"Doetj da va goesjwèègen niê": doe dat van Gods wegen niet = doe dat niet, uit de naam van God. Ook: doetj da niê oem de liêfde Goesj (doe dat niet om de liefde Gods). "Goesj" vind je ook terug in "goesjvrecht" (godsvrucht), "goesjvrechteg" (godsvruchtig) en in "goesjdieël" (Godsdeel). Dat riepen (roepen?) de kinderen in Oetingen als ze op oudejaarsavond aan de deuren om een gelukkig nieuw jaar te wensen en om iets te krijgen.

En dan is er nog het oude Gooikse woord "goejvraa" voor vroedvrouw, baker. Volgens Weynen is "goejvraa" een dialectwoord, dat o.m. in Belgisch Limburg gangbaar is. Het eerste deel is een volkse vervorming van God. (de baker was vaak dezelfde als de peettante, die vaak God vertegenwoordigde. In Terlo was Dille Michieljsj jarenlang de "goejvraa". Ik kwam mede door haar goede zorgen veilig op de wereld... Dille Michieljsj: Odile Leuckx (°Gooik 1880 +Gooik 1979) woonde met haar man Isidore Michiels in de Hoezenbroek. Vandaag Thibautstraat, huisnummer 19, tegenover de plek waar de voetweg uit Zwartschaap uitgeeft op de Thibautstraat.

Het Gooiks gebruikt evenwel "God" i.p.v. "goesj" in uitdrukkingen als "ze was goddelijk mei ui-en oêd" (ze was potsierlijk met haar hoed) en ook in tal van krachttermen.

Uitgebreide statistieken

  • Aantal paginahits: 45.135.675
  • Aantal bestanden: 1.524.054
  • Ontsloten informatie: 758.178 Mbyte
  • Aantal databankvelden: 13.378.791

Zoeken

Back to Top