"Ze stontn doeë te gèèluuëgen": ze stonden daar te geelogen = ze stonden daar met begerige ogen te kijken, ze stonden daar doelloos te kijken. L. Pletinckx noemt het een vervorming van "geerogen" dat behoort bij "begeren". (woordenboek van het Asses). De verandering van r (geerogen) in l (geelogen) komt nog voor in het Gooiks. Bv. mélber (marmer), rabalber (rabarber), mélbol (knikker, van marmer)…