"A was lék van d' ézzele gestraljdj": hij was als van de horzelen gestraald. Hij was als van een wesp gestoken. Volgens Woordenboek Nederlandsche Taal betekent "stralen" o.m. met een angel steken. Het wordt in Zuid-Nederland gezegd van insekten. In 't Gooiks zeggen we "strèèlen - gestraljdj".