Artikel
Bart Kerckhoven
Laatste update:
Het fenomeen van de arbeidskrapte is overal gekend. Denk maar aan het terkort aan onderwijspersoneel . Ook kindercrèches moeten soms sluiten omdat niemand de job wil doen. En de vrachtwagensector schreeuwt al langer om meer chauffeurs. Dienstencheque-ondernemingen vinden dan weer geen poetshulpen meer. Om nog maar van winkelpersoneel te zwijgen. Ook het Pajottenland ontsnapt er niet aan. “Het aantal vacatures in het Pajottenland steeg de afgelopen 12 maanden met 15,99 procent tot 6.688”, zegt Van Rompuy. “We zien wel dat twee gemeenten en één stad samen goed zijn voor liefst zestig procent van die vacatures. In Dilbeek (1.178), Halle (2.161) en Ternat (682) zijn natuurlijk heel wat industriële activiteiten die daar werkgelegenheid creëren.”
Maar intussen daalt wel het aantal werkzoekenden in het Pajottenland. “In de streek ligt de gemiddelde werkzoekendengraad op 4,75 procent. Dat percentage ligt lager dan het Vlaams-Brabants gemiddelde van 5,2 procent en het Vlaams gemiddelde van 6,1procent. Het aantal werkzoekenden in het Pajottenland is het afgelopen jaar zelfs met 0,66 procent afgenomen. Dat mag positief klinken maar het zorgt voor een grote uitdaging om de vacatures in te vullen. En als werkgevers geen personeel vinden kan dat zelfs een groei op de economie betekenen.”
Omdat de groep werkzoekenden steeds kleiner wordt willen werkgevers ook langdurig zieken, mensen met een beperking of zelfs pensioengerechtigden aantrekken. Maar dan moet dan weer de werkzaamheidsgraad groter worden. in Vlaanderen ligt die werkzaamheidsgraad op 75,2 procent en in het Pajottenland is die zelfs groter met 77,19 procent. “Met Pepingen (80,7%) en Gooik (80,5%) zijn er zelf twee gemeenten die het Vlaamse streefdoel van 80 procent al halen. Linkebeek (70,1%), Sint-Genesius-Rode (72,3%), Drogenbos (73,9%) en Sint-Pieters-Leeuw (74,9%) halen in de regio de laagste werkzaamheidsgraad. Niet toevallig zijn dit de gemeenten die grenzen aan Brussel waardoor ze vaker te maken krijgen met grootstedelijke fenomenen. Onder andere de kennis van de taal kan hier een rol spelen. Maar het toont ook aan dat de problematiek best lokaal aangepakt wordt. Wanneer cijfers van buurgemeenten in elkaars verlengde liggen lijkt het me logisch dat je dan samenwerkt om oplossingen te vinden.”
Lokale aanpak
Van Rompuy nu voor een lokale aanpak. “Er zijn al enkele Vlaamse initiatieven genomen maar er zijn nog meer mogelijkheden die nu onderbenut blijven. De VDAB sluit strategische samenwerkingsovereenkomsten af met lokale besturen”, legt Van Rompuy uit. “Met actuele cijfers van de arbeidsmarkt kunnen dan doelgerichte acties uitgewerkt worden. Dan kunnen talenten op de juiste plaatsen aan de slag, krijgen werkgevers ook meer uitzicht op dat talent en heeft elke inwoner ook een perspectief voor zijn of haar loopbaan voor zich.”
Momenteel werken Halle, Beersel en Sint-Pieters-Leeuw al samen aan een samenwerkingsovereenkomst met de VDAB. “Ik hoop dat er nog meer besturen volgen want deze cijfers tonen duidelijk de verschillen aan in de streek”, besluit Van Rompuy.
LEES OOK