Algemeen Nederlands
"Hoe kun jij dat toch uithouden bij die achterlijke bende van ouderwetse madammen met lange bloemetjesrokken en doedelzakblazende sandalendragers?" Hij klutste eens met de plastic beker waarin de lauwe pils een poging deed om wat schuim te produceren, fronste zijn gepiercete wenkbrauwen en ging verder met het sloopwerk: "Je gaat me toch niet vertellen dat je gaat aanpappen met zo'n oude kwezeltante met een viool of zo? Manmanman toch, hoe is 't mogelijk..."
"Steve, je snapt er niets van! Ik amuseer me daar gewoon. Jij hebt een totaal verkeerd beeld van die mensen. Je aapt gewoon na wat je leest in al die stomme gazetten of wat ze vertellen op die vooringenomen radiozenders. Zij slaan ook maar wat uit hun bek, zonder er ooit een voet te hebben binnengezet. Ga eerst kijken en daarna heb je recht van spreken!".
Jasper zag aan de blik van zijn festivalmakker dat hij gescoord had. Steve keek een minuut lang zwijgend over het bijna verlaten terrein waar tussen de bergen blikjes, plasticborden en andere rommel nog enkele fanatieke heavy-metalfans wat ambiance probeerden te maken.
"Wanneer heeft dat spel plaats?", bromde Steve. "Het begint volgende dinsdag, je kunt je tent in onze tuin opstellen, het stagekamp is vlakbij", antwoordde Jasper triomfantelijk.
Toen Steve op dinsdagnamiddag zijn iglotentje had rechtgezet, hoorde hij tussen het groen van het Uidekrijterrein het eerste gesnerp van draailieren, het hakkelende getrek van de accordeons en het door merg en been snijdend geslijp van de violen. "Waar ben ik aan begonnen?", dacht hij en hij wreef met zijn hand over zijn kaalgeschoren knikker. "Komaan man", porde Jasper hem aan, "we gaan op expeditie".
De twee jonge kerels wandelden in de schaduw van de hoge populieren het Uidekrydomein in. Meteen waren ze omsingeld door een bende kleuters die hen in Viking-outfit ontvoerden naar een Drakarachtige constructie waar ze vrolijk zingend en slaand op al wat lawaai maken kon, uiteindelijk beslisten hun gevangenen toch maar te laten gaan. Steve voelde zich onwennig. Je kunt dat jonge tuig toch zomaar niet afblaffen en bovendien zagen die kleine snotneuzen er zo gelukkig uit dat hij zijn bezwaren voor zich hield. Jasper troonde hem mee langs de Gooikse straten, waar op stoepen, in deurportalen, in schoollokaaltjes en caféterrasjes vele tientallen duootjes en triootjes aan het musiceren waren. Sommigen krampachtig worstelend met een strijkstok, anderen al behendig tokkelend of blazend. Steve kon het niet echt mooi vinden, maar zijn afkeer veranderde toch al in verbazing.
Het moet zo rond vijf uur geweest zijn, dat ze op het grote terras van een café een pint aan het drinken waren, als vanuit alle hoeken een bonte troep vrolijke mensen de Dorpsstraat komt opgestapt en op minder dan geen tijd alle zitjes rondom hen bezetten. Plots kwamen drie moordgrieten op Jasper toe gestapt en omhelsden hem met een ongeremde vriendelijkheid dat Steve het er warm van kreeg. "Maar Jasper, wat een verrassing! Hoe komt het dat je niet op de stage zit?".
"Herexamens, mijn engeltje", klonk het spijtig. "Dames, dit is mijn makker Steve". Het volgende ogenblik kreeg de 'coole' punker een klapper van een zoen van de drie gratiën. Terwijl de meisjes de laatste stoelen rondom hen innamen, kirde het meisje met de zwarte paardenstaart: "Jasper, ik heb vandaag leren overblazen, luister!". Ze haalde een doedelzak uit haar koffer, prangde het ding tegen haar zalige boezem en toverde een opzwepend melodietje uit de schalmei. Aan de tafel achter hen greep meteen een grijzende kerel naar zijn gitaar en de vrouw naast hem pompte ritmisch mee op haar accordeon. Alsof ze door een bij gestoken waren gooiden enkele jongelui hun pantoffels uit en ze begonnen ongegeneerd te dansen op de stoep. Plots voelde Steve dat het meisje naast hem zijn pols grabbelde en hem mee op de stoep sleurde. "Komaan Steve, in Gooik moet je dansen!".
Steve voelde zich eerst belachelijk, hij wist niet wat hij met zijn voeten moest doen. Maar het blonde ding trok hem mee en af en toe voelde hij zelfs dat het hem lukte, te doen zoals de anderen. "Ik ben Mira, je moet straks meekomen, we zullen je de basispassen leren, dan kun je vanavond meedansen op het bal!", zei ze onbevangen.
"Kom jong", hoorde hij Jasper zeggen, "tijd voor het bal". Steve wist niet hoelang hij stilletjes voor zijn tent had gezeten. Die jongelui hadden hem zomaar meteen op sleeptouw genomen. Niemand die bezwaar maakte tegen zijn piercing of zijn tatoo! Gewoon meteen boem! "Zo doe je een jige en zo dans je bourrée". Lachen, giechelen, plezier maken.
Ze moesten zich echt een weg banen op de trappen van de oude parochiezaal. Een stroom mensen kwam van het concert in de kerk en haastte zich nu om het laatste hoofdstuk van de dag aan te snijden: het volksbal. En, jawel, ze waren er, de dames met de lange rokken en de heren met de grijze baarden, maar ook de hippe jonge kerels en de frisse meiden, het dwarrelde er allemaal door elkaar in een kolkende sfeer van spontaniteit en puur plezier.
"Hoe zit het Steve, je les een beetje geleerd vanmiddag?" Het was Mira! Op geen enkel rockfestival heeft zijn hart zo hard gedreund, geen enkele beat ramde zo diep door zijn maag als de deuntjes die hier van het podium vielen. Hij besefte meteen hoe stom hij altijd al had staan huppelen op de overgedecibelde drum- en basgedrochten, met zijn tienduizenden eenzaam stampend op de vloer. Hier hoorde je de instrumenten, de melodie en bovenal, hier kon je mekaar vastpakken, voelen, ronddraaien, wentelend op het ritme van de meeslepende muziekjes.
Het begon al lichtjes te dagen toen hij de rits van zijn tent dichttrok. Hij gooide zijn drijfnatte t-shirt in de hoek, nam zijn zaklamp en schreef in het atoma-schriftje dat hij altijd bij had netjes de naam en het adres van Mira. Daarnaast "volgend jaar zeker vrijhouden: 21 tot 25 augustus, stage in Gooik''. Toen viel hij om en sliep de slaap der gelukzaligen.