Intro
Robert Van der Cruys (†), afkomstig uit Sint-Katharina-Lombeek, was actief in het plaatselijke dorpsleven en reeds meer dan 20 jaar lid van de cultuurraad met uitoefening van verschillende bestuursfuncties. Hij schreef reeds tientallen jaren cursiefjes over doodgewone dingen en reisverhalen zonder toeristische bedoelingen. Hij was promotor van de plaatselijke streektaal en eveneens auteur van "EJJE MAU VERSTUIN?", een boek over de streektaal van de fusiegemeente Ternat. Dit boek is een primeur voor Vlaanderen.
Algemeen Nederlands
Cursiefjes maken over Lombeek, vijftig jaar geleden, en niets schrijven over de dorps-politiek is gewoon ondenkbaar. De Bokken en de Geiten waren keiharde realiteit.
Vijftig jaar geleden was het gewoon niet voor te stellen dane joeng va nen Boek verkieërink zou emmen mee a masken van en gautenooisauven. In Lombeek waren gewoonweg twee soorten mensen, twee rassen die zeker niet gemengd konden of mochten. De meeste waren Boek of Gaut van bij de geboorte, die geaardheid werd u meegegeven met de moedermelk. Af en toe was er wel ne kazakkieërder die van kamp verwisselde, beslissing die meestal niet enorm werd gewaardeerd. En aangezien de strijd bij de verkiezingen altijd zeer nipt verliep kwam het erop aan zeker niet het dorp te verlaten en indien mogelijk wat meer opvolgers te kweken dan de tegenpartij, wou men de meerderheid behouden of verwerven. Zou hier de wetenschappelijke uitleg te vinden zijn voor de grote huisgezinnen uit die tijd?
Uitgesloten was alleszins da ge ne skeir zou duun me e mokken van de Gauten, dei okkosje waster nie. Dui was gewoeënweg gieën apprense van. Op staminee gaan was zowat uitgesloten en dan zeker niet naar ne Gautenkaffee.D'ieënegge okkosje oem van 't struit te geruiken en e mokken op te duun weurn de kermessn. Stuissekermes en sinksekermes ain wel ne ripsemeeln wui datter 't ieën en 't anner onner de bache gebeedn mui vee de rest kwamp dui nie te veel va voesj.De Vlaamse kermissen van de Boeken en deGauten da wasveel plezanter. Over de Vlaamse kermis van de geiten, die plaatshad bij De Web, kan ik niks vertellen, ik mocht er niet naartoe en ik zou trouwens niet binnengemogen hebben, denk ik. Wat dacht ge wel de zoon van een muzikant van de Boeken en zijn twee grootvaders in het bestuur van de toneelkring en fanfare. De kermis van de Boeken, in den beuguit van Gistvan Noeëmes en Bertine van de Méttn dat was voor ons het jachtgebied bij uitstek. Daar heb ik trouwens mijn eerste passen op de dansvloer gezet. Het orkest THE LUCKY BOYS, samengesteld uit Lowie enFransVan Tieken, twieë briers, en Lommen va Madeleine, speelde ten dans. In de appelaar nèffest de plancheeinknen ooparleurdie, als de wind wat gunstig zat, de techniek het niet liet afweten en de micro goed gericht stond, de dansmuziek "krakend" over de danskoppels strooide. Dat was nog den tijd van alvendanseniffra gommen ne kieë dansen, oei, nieë zèlle 'k em dui just al gereffezeed.
Hoeveel hoge hakken er zijn blijven steken in de spleten van de dansvloer is niet te tellen. Als jonge snaken profiteerden wij ervan omas denbijzendans begost er ons tisken te mannevreren en 't eupen dammen en bijs kostn krauigen wa nie atted likte, dikkes liepen wauillen dui mui te geiloegen en kwamp er nie te veel van in oois.
Die kermisavonden voelden wij ons zo vrij als een vogel: onze pa en ons ma waren van dienst en de sociale controle zorgde er wel voor dat wij binnen de voor ons getrokken lijnen bleven.
Dan mochten wij een pak friet met pickles kopen aan het kraam van Joes, en gingen wij naar het pottenkraam van mijn nonkel Robert, die had die commerce overgenomen van zijn vader, mijn peter Savrie, om met drauvorre balln dei neegen blikken doezn van de plank te smauitn en da allemui vee en bongsken oem ne kieë te drinken. Dat drankbonneke dat was bijzaak, het ging hier om indruk te maken bij dat meisje dat twee tango's en twee marchen met mij gedanst, beter gezegd, gedaggerd had, ons pakske friet had helpen opeten en waarvan wij al wisten hoe ze heette en dat haar ouders 's anderendaags nog eens gingen weerkomen.
Zo was het ook ondenkbaar dat wij witte en zwarte pensen zouden gaan kopen bij Dominiek van de Muis, alhoewel iedereen zei dat die de beste pensen had van het dorp. Witte en zwètte painsjn dei moeste kommen van bau Lowie van de Roeën op de Neutestruit da was nen eeveggen Boek en daunn au begot nog goei pensjen op de koeëp tuu.
De Boeken en de Gauten deden aan inteelt zoals bij den adel, wij hebben er gelukkig wel geen blauw bloed van gekregen.
De Boeken kwamen meestal enkele stemmen te kort om de meerderheid te halen. De verkiezingsstrijd verliep zeer bitsig. Van weken tevoren werden er brieven rondgestuurd met de meest grove beledigingen naar de tegenpartij en 's anderendaags kwam de repliek met, indien mogelijk, nog meer laster en leugens. Pijnlijk dat heel wat mensen in die verkiezingsperiode met hun buren gewoon niet meer praatten. Voor ieder raam hing ofwel nummer één of twee. Foto's van de kandidaten die bestonden nog niet, gelukkig eigenlijk, er waren er niet te veel schoon mannen bij als ge 't mij vraagt.
Wel goeien tauit vee de pottepees, dei dat op de lauist stondn betoljden al rapper en pintj en as ge wét dat er in Loemek mieër as neegettég stammenees wuirn dein wette toch genoeg zeeker en van ieder stammenee wiste uu da't zat, ofwel Boek, ofwel Gaut.
Den dag van de kiezink was 't volle begankenis uin de skeul van de joenjes.
De kandidaten, met hun beste kostuum aan, probeerden nog aan de ingang van de stemburelen de twijfelaars langs hunne kant te trekken.
"Ge gooit toch seffes op mau ne kieë pauzn in 't kotjn zeeker" of "zie da ge vee de goei doeit ee masken". In de respectievelijke staminees kon het niet meer missen. Langs beide kanten hoorde men: "ze zen er deze kieë uinas kalk uin de mier" dachten de bokken en de geiten beweerden zelfverzekerd dat de boeken booizn gooin sleipen van ie tot op den bos.
's Avonds stond het pleintje voor het gemeentehuis vol volk, de spanning was te snijden, als er iemand uit het gemeentehuis kwam werd die aangepakt om toch maar iets te lossen van de telling, meestal tevergeefs of valse hoop. Ik mocht als jonge gast daar zeker niet tussen gaan staan, veel te gevaarlijk, want er zou wel eens kunnen gevochten worden.
Wanneer dan eindelijk de officiële uitslag door de secretaris werd kenbaar gemaakt viel het dorpsplein in twee helften, een zingende en een afdruipende groep.
De winnaars zongen liekes wui dat er gieën neutn van bestontn, de weurn dei ginken va vauder op zeun
Ik herinner er mij er nog eentje:
Eeln uir af, eeln uir af
Eeln uir af mee de skeir
Ain ze nie geloepe
Vee e stemmeken af te koepe
Zènner uin geweest
Zènner uin geweest
Ain ze nie geloepe
Vee e stemmeke af te koepe
Zènner uin geweest.
De ontgoocheling en het onbegrip van hoe het toch weer mogelijk was geweest dat de Geiten weer eens hadden gewonnen, ondanks de steeds optimistische vooruitzichten voor de verkiezingen, was enorm. Die week na de verkiezingen moesten wij zoveel mogelijk binnen blijven.
De wonden werden gelikt en er werd druk gezocht naar de oorzaak van de nipte nederrlaag.
Liz kabbas, de vrau van Fil va Rittes, den berremieëster, zal wee teveel mee ee sacosj in d'ooisn geweest zèn. E stemmeke es rap garenzjeed mee e pond pensjn of ewa winkeldingen. Pertang wauilln ainj ne skoene lauist mee joenk en kapuibel mensken. Gommer nau noeët nie uigeruiken.Ons korrozje nie verliezn, nostekieë emme ze van t'ammeken, guu geweetn miljaarde.Wauilln zèn wa mieër nui skippenauisel moette guin, da ziet dui zwèt van de Gautn, Joln wèd oud 't es de moment. Mee de noste kiezink gomme ze deu nekieë en taitjn daisjtern ge meegt gerest zèn as da 'k et au zeg.
Een maand nui de kees was de rust weer in het dorp en werd er weer over de normale dingen des levens gebabbeld, kwampStij de grafmuiker,een eevegge Gaut,wee bau Filemon van Bastes,nen eeveggen Boek,helpen as de koei moest kalven,ging meter Tinne wee bau Victorine van Pieë Peleman, ne mizzekant van de Gautn, kaffee drinken en mogtn wauilln wee speeln mee Frans van Wèsj de kwaffeur, pertang oek en vrieë Gaut. Ooit gaan de Bokken winnen, zeker weten!
Uitgesloten was alleszins da ge ne skeir zou duun me e mokken van de Gauten, dei okkosje waster nie. Dui was gewoeënweg gieën apprense van. Op staminee gaan was zowat uitgesloten en dan zeker niet naar ne Gautenkaffee.D'ieënegge okkosje oem van 't struit te geruiken en e mokken op te duun weurn de kermessn. Stuissekermes en sinksekermes ain wel ne ripsemeeln wui datter 't ieën en 't anner onner de bache gebeedn mui vee de rest kwamp dui nie te veel va voesj.De Vlaamse kermissen van de Boeken en deGauten da wasveel plezanter. Over de Vlaamse kermis van de geiten, die plaatshad bij De Web, kan ik niks vertellen, ik mocht er niet naartoe en ik zou trouwens niet binnengemogen hebben, denk ik. Wat dacht ge wel de zoon van een muzikant van de Boeken en zijn twee grootvaders in het bestuur van de toneelkring en fanfare. De kermis van de Boeken, in den beuguit van Gistvan Noeëmes en Bertine van de Méttn dat was voor ons het jachtgebied bij uitstek. Daar heb ik trouwens mijn eerste passen op de dansvloer gezet. Het orkest THE LUCKY BOYS, samengesteld uit Lowie enFransVan Tieken, twieë briers, en Lommen va Madeleine, speelde ten dans. In de appelaar nèffest de plancheeinknen ooparleurdie, als de wind wat gunstig zat, de techniek het niet liet afweten en de micro goed gericht stond, de dansmuziek "krakend" over de danskoppels strooide. Dat was nog den tijd van alvendanseniffra gommen ne kieë dansen, oei, nieë zèlle 'k em dui just al gereffezeed.
Hoeveel hoge hakken er zijn blijven steken in de spleten van de dansvloer is niet te tellen. Als jonge snaken profiteerden wij ervan omas denbijzendans begost er ons tisken te mannevreren en 't eupen dammen en bijs kostn krauigen wa nie atted likte, dikkes liepen wauillen dui mui te geiloegen en kwamp er nie te veel van in oois.
Die kermisavonden voelden wij ons zo vrij als een vogel: onze pa en ons ma waren van dienst en de sociale controle zorgde er wel voor dat wij binnen de voor ons getrokken lijnen bleven.
Dan mochten wij een pak friet met pickles kopen aan het kraam van Joes, en gingen wij naar het pottenkraam van mijn nonkel Robert, die had die commerce overgenomen van zijn vader, mijn peter Savrie, om met drauvorre balln dei neegen blikken doezn van de plank te smauitn en da allemui vee en bongsken oem ne kieë te drinken. Dat drankbonneke dat was bijzaak, het ging hier om indruk te maken bij dat meisje dat twee tango's en twee marchen met mij gedanst, beter gezegd, gedaggerd had, ons pakske friet had helpen opeten en waarvan wij al wisten hoe ze heette en dat haar ouders 's anderendaags nog eens gingen weerkomen.
Zo was het ook ondenkbaar dat wij witte en zwarte pensen zouden gaan kopen bij Dominiek van de Muis, alhoewel iedereen zei dat die de beste pensen had van het dorp. Witte en zwètte painsjn dei moeste kommen van bau Lowie van de Roeën op de Neutestruit da was nen eeveggen Boek en daunn au begot nog goei pensjen op de koeëp tuu.
De Boeken en de Gauten deden aan inteelt zoals bij den adel, wij hebben er gelukkig wel geen blauw bloed van gekregen.
De Boeken kwamen meestal enkele stemmen te kort om de meerderheid te halen. De verkiezingsstrijd verliep zeer bitsig. Van weken tevoren werden er brieven rondgestuurd met de meest grove beledigingen naar de tegenpartij en 's anderendaags kwam de repliek met, indien mogelijk, nog meer laster en leugens. Pijnlijk dat heel wat mensen in die verkiezingsperiode met hun buren gewoon niet meer praatten. Voor ieder raam hing ofwel nummer één of twee. Foto's van de kandidaten die bestonden nog niet, gelukkig eigenlijk, er waren er niet te veel schoon mannen bij als ge 't mij vraagt.
Wel goeien tauit vee de pottepees, dei dat op de lauist stondn betoljden al rapper en pintj en as ge wét dat er in Loemek mieër as neegettég stammenees wuirn dein wette toch genoeg zeeker en van ieder stammenee wiste uu da't zat, ofwel Boek, ofwel Gaut.
Den dag van de kiezink was 't volle begankenis uin de skeul van de joenjes.
De kandidaten, met hun beste kostuum aan, probeerden nog aan de ingang van de stemburelen de twijfelaars langs hunne kant te trekken.
"Ge gooit toch seffes op mau ne kieë pauzn in 't kotjn zeeker" of "zie da ge vee de goei doeit ee masken". In de respectievelijke staminees kon het niet meer missen. Langs beide kanten hoorde men: "ze zen er deze kieë uinas kalk uin de mier" dachten de bokken en de geiten beweerden zelfverzekerd dat de boeken booizn gooin sleipen van ie tot op den bos.
's Avonds stond het pleintje voor het gemeentehuis vol volk, de spanning was te snijden, als er iemand uit het gemeentehuis kwam werd die aangepakt om toch maar iets te lossen van de telling, meestal tevergeefs of valse hoop. Ik mocht als jonge gast daar zeker niet tussen gaan staan, veel te gevaarlijk, want er zou wel eens kunnen gevochten worden.
Wanneer dan eindelijk de officiële uitslag door de secretaris werd kenbaar gemaakt viel het dorpsplein in twee helften, een zingende en een afdruipende groep.
De winnaars zongen liekes wui dat er gieën neutn van bestontn, de weurn dei ginken va vauder op zeun
Ik herinner er mij er nog eentje:
Eeln uir af, eeln uir af
Eeln uir af mee de skeir
Ain ze nie geloepe
Vee e stemmeken af te koepe
Zènner uin geweest
Zènner uin geweest
Ain ze nie geloepe
Vee e stemmeke af te koepe
Zènner uin geweest.
De ontgoocheling en het onbegrip van hoe het toch weer mogelijk was geweest dat de Geiten weer eens hadden gewonnen, ondanks de steeds optimistische vooruitzichten voor de verkiezingen, was enorm. Die week na de verkiezingen moesten wij zoveel mogelijk binnen blijven.
De wonden werden gelikt en er werd druk gezocht naar de oorzaak van de nipte nederrlaag.
Liz kabbas, de vrau van Fil va Rittes, den berremieëster, zal wee teveel mee ee sacosj in d'ooisn geweest zèn. E stemmeke es rap garenzjeed mee e pond pensjn of ewa winkeldingen. Pertang wauilln ainj ne skoene lauist mee joenk en kapuibel mensken. Gommer nau noeët nie uigeruiken.Ons korrozje nie verliezn, nostekieë emme ze van t'ammeken, guu geweetn miljaarde.Wauilln zèn wa mieër nui skippenauisel moette guin, da ziet dui zwèt van de Gautn, Joln wèd oud 't es de moment. Mee de noste kiezink gomme ze deu nekieë en taitjn daisjtern ge meegt gerest zèn as da 'k et au zeg.
Een maand nui de kees was de rust weer in het dorp en werd er weer over de normale dingen des levens gebabbeld, kwampStij de grafmuiker,een eevegge Gaut,wee bau Filemon van Bastes,nen eeveggen Boek,helpen as de koei moest kalven,ging meter Tinne wee bau Victorine van Pieë Peleman, ne mizzekant van de Gautn, kaffee drinken en mogtn wauilln wee speeln mee Frans van Wèsj de kwaffeur, pertang oek en vrieë Gaut. Ooit gaan de Bokken winnen, zeker weten!