Intro
Robert Van der Cruys (†), afkomstig uit Sint-Katharina-Lombeek, was actief in het plaatselijke dorpsleven en reeds meer dan 20 jaar lid van de cultuurraad met uitoefening van verschillende bestuursfuncties. Hij schreef reeds tientallen jaren cursiefjes over doodgewone dingen en reisverhalen zonder toeristische bedoelingen. Hij was promotor van de plaatselijke streektaal en eveneens auteur van "EJJE MAU VERSTUIN?", een boek over de streektaal van de fusiegemeente Ternat. Dit boek is een primeur voor Vlaanderen.
Algemeen Nederlands
Ongelooflijk, de Bokken hebben ooit eens de gemeenteverkiezingen gewonnen. Sinds de Eerste Wereldoorlog was het geleden en nu in het jaar van de Expo was het eindelijk zover. Onwaarschijnlijke gebeurtenis die zeker gevierd moest worden en hoe!
De spanning was te snijden. In het café bij Siska van Frans, later Frans van Tieken en Emerence, zaten de Boeken op eele sjiek te bauiten,gommen nau venijr 't spel uin ons kloeëten emmen, gonj dei Gautn ons nau wee ne puiter skillern. Telkens er aan de ingangsdeur van het gemeentehuis beweging kwam, vloog iedereen recht. Amedee va Moenses, de secretaris, oek en eevege Gaut, kwam af en toe wat vertellen aan zijn companen, en geloof mij, de Boeken kregen hoop want de samengetroepte Geiten waren verdacht stilletjes. "Ze zen uin 't ertelln, de Boeken kampen vrieët mee de Gautn, ik paus da men deze kieë onze kol zen uin emmen" wist Amedee mee te delen. Verschillende Gauten dropen mee eele stjeit tisken de bienn al af naar hun lokaal bau Fiel Duu of bau Domenik van de Moois. Zij waren er duidelijk niet gerust in. De Boeken die tot nu toe bij Siska en bij Jetteken, mee en eit in eele gat, voor een pint, mee e kloesjke verleptn lambiek, hadden zitten staren, bestelden een veske pinjt joenk. Zou het deze keer toch waar zijn. Mee ne joengen dokteur uin de kop en ne lauist mee kapuibele mensken zou't nie meegen missn.
WEMMEN GEWONN! Die boodschap door Jef van Joes medegedeeld aan het gemeentehuis, de avond van de verkiezingen, heeft een niet voor te stellen reeks van vieringen op gang gebracht. Ik wist echt niet hoe lang het wel geleden was dat de Boeken nog eens de meerderheid hadden gehaald. Alleszins van voor de Eerste Wereldoorlog. De bedoeling van mijn cursiefjes is zeker geen geschiedenis te schrijven van mijn dorp, wel een sfeer te beschrijven door mijn eigen herinneringen neer te pennen. Af en toe zal daar wel een historische kemel opdagen, laat dat beestje maar lopen. Mijn talrijke vrienden "oud-Geiten" zullen het mij zeker niet kwalijk nemen dat ik de Boeken in een beter daglicht zet, ik kan er ook niet aan doen dat mijn voorouders vanaf de Franse revolutie eevege Boeken waren.
In 't jeur van d'eksposiese emme ze auindelek van 't ammeken. Zes vee de Boeken en vauif vee de gautn. Bekanst nie te geloeëven, we meegen nen berremiester emmen.
Dokter Vandenhende burgemeester en Gerard van 't patronaat met zijne compagnon Jef van joes, de twee schepenen, niet te geloven zeg.
Meer dan veertig jaar in de minderheid, vieëteg jeur op onze kop luiten schauiten en niks te koetn emmen das 't ieën en 't ander zelle.
Deu zejje e kindj va koepen mee nen auten kop.
Emmer dees kiezing venijr va gat dein wonjer malleern gebeet.
Deze kieë emme ze eele kol uin en est uin ons vee de gemenjte te bestiern.
Nonkel Dominiek, den bieruitzetter en geuzesteker, gaf het eerste vat lambiek in zijn staminee, de week na de overwinning, is daar gedronken zeg. Een orkest, of tenminste iets dat er op trok, was samengesteld uit Lommen en Swa van dikke Meng, Jefken Taeleman, Lommen va Madeleine, Felix va Coffees, nonkel Zjang en Filleken de schilder. Ambiance nooit te vergeten, daar is gezongen en gedanst tot in de vroege uurtjes.
Naast het café woonde Dominiek van de Muis, de voorman van de geiten, die heeft die nacht verschillende serenades moeten horen zo van
Looize, looize, looize
Domeniek daun moe verooize
En zen uir es af
En zen uir es af
De plaatselijke hit werd ongetwijfeld VEEL BITTERE TRANEN het lijfstuk van François van Meng. Dat melodieke is zowat onder elk slaapkamerraam van de kandidaten van de geiten gespeeld en dan liefst zo laat mogelijk. Hoe dat de Swa nooit een pispot in zijn nek heeft gekregen, begrijp ik nog altijd niet.
Iedere week werd er wel een vat gegeven in een Boekencafé.
Bij Bertine va Coffeës kon Gust, hare man, niet tijdig de lambiek met potten uit de kelder halen. Het was nu wel niet de rapste ook.
Het orkest hield er steeds goed de stemming in. Felix, de broer van Bertine bracht op zijn trompet de polka's uit de tijd van voor de oorlog. Hij blies steeds met bolle wangen zo hard op zijn trompet dat ge zou denken dat zijn instrument één lange buis ging worden. Dikke Meng, hoeveel kilo hij woog durf ik op geen twintig kilo na schatten, alleszins meer dan 150 kilo, bracht op zijn trombone zijn lijfstuk, eerst op zijn instrument en daarna volgde de zang:
en as da maske in ee wiegske lau
den zoeng da toch zo fauin
mama, papa, mama, papa
Zijn donderstem had geen micro nodig, wel op tijd een verse pint.
Hij zette iedereen spontaan aan het zingen:" Allee duuit nau allemui auile bakkes eupen en geef mui bezze !"
Hij dronk altijd zijne lambiek uit een trappistenglas, in zo een breed glas kon hij zijn neus steken, vond hij.
Filleken, de schilder, bracht af en toe een solo voor "grosse caisse" en cimbaal. Show gewaarborgd.
Lommen en Jef de twee trombones, de twee pallieters, konden allebei evenveel drinken als zij konden spelen. Waren onafscheidelijk.
François van Meng en Lommen van Madeleine waren de vedetten van het gezelschap, die haalden uit hun klarinet en saxofoon alle gekende airekes.
Rufin Meyts, met zijn tenor-saxofoon, speelde steevast zijn lijfstuk
"Klokke Roeland" op een vloeiend walstempo, iedereen op den dans !
Nonkel Zjang, met zijn bombardon, onverstoorbaar, vulde de muzikale putjes, die was er steeds bij tot de laatste man, als hij vertrok mochten zij het Sibbekesveld, waar hij woonde, sluiten.
In Eskernhoek uin de stuise bau Pië van Buur was 't oek vollen bak deu au de lambiek oek gieën okkosje oem kemsel op 't vat te kommen.
Petrus, de cafèbaas, kon in zijn sappig Liedekerks het toch zo goed uitleggen. Joenges, de Gaaiten zen er oan as kalk oan de mier.
Steeds hetzelfde scenario, blije mensen die hun geluk niet op konden, die al plannen maakten hoe zij de stoet zouden ineen steken voor de benoeming van de burgemeester.
Hoeveel vaten bier er toen afgedronken zijn, kan ik niet achterhalen, bij Matheus en Jeanneke van Pitte Mot, bij Jef van Lakoertes, bij Simonne van Joes, bij Nonkel Jef, bij Gist van Noemes en ik vergeet er zeker nog een paar.
Telkens weer die uiting van zoveel geluk en blijdschap. Eindelijk hadden wij eens gewonnen en konden wij aantonen dat onze kandidaten de beste bedoelingen hadden en er een bloeiende gemeente wilden van maken.
Na de machtswisseling, met nieuwjaar, was het wachten op de officiële benoeming van de burgemeester. Dei tauinung moest nog afkommen van Brissel en werrn da Kanteljon der iet zal uin duun om nog wa te koejoneern. Wa pausde wel nen Boek berremiester da was vee de Gautn nie gemakkellek vee uin te pakken.
Eindelijk na bang wachten was de officiële benoeming aangekomen en konden de boeken de voorbereiding aanvatten voor de stoet, we ginken onzen berremiester inuiln mee ne stuut da nog noët nie gezien was in Loemmek en oemstreekn. Dui ginke ze gegarandeet euver klappen.
In iedere wijk van Lombeek werd een comité samengesteld om een wagen of een andere groep te vormen in de stoet. Mijn peter Savrie was de coördinator voor de Prossessestruit, d'Asbuin en de Stieëweg van euver den barieël. In de skie van Filemenong van Bastes ginke ze ne wuigen muiken.
Alle vrouwen moesten avonden lang papieren bloemen maken met gekleurd crêpepapier en een ijzerdraadje. De mans mokten mee prinsjessenstuiken van bau Pet van Stienes e kadrement da weetik wa moest vee stelln.Prinsjtepolste was dazze da kostn volhangen mee groete bloorn en dei papiere bloemen. Ik weet begod niet meer wat die wagen voorstelde, feit is wel dat mijn peter Savrie er heel fier naast liep in de stoet.
Heel het dorp was in feest, de fanfare "De Ware Vrienden" speelde pardeblees, "gelauik en nauig joegnes wauilln kommen in d'ooizn".
De jeugdbewegingen met hun drumband, en dan al die wagens uit de verschillende wijken. Achteraan de stoet twee open wagens met de burgemeester en de raadsleden. Menige Boeken hebben bij het passeren van die stoet een traantje weg genepen, eindelijk was gebeurd waar zij al generaties van gedroomd hadden.