Victor De Clerck werd geboren in 1848 in Pamel, een dorp aan de rand van het Pajottenland. Algauw bleek dat er iets bijzonders aan de hand was met het jongetje: met de dag nam hij toe in volume. Toen hij twaalf was, woog hij al meer dan 120 kilo. En het werd nog erger. Wanneer hij zich op zomerse dagen met zijn 300 kilo in de Dender liet zakken om verkoeling te vinden, werd hij opgemerkt door de boottrekkers die de schepen vol kasseien van Lessen naar Aalst trokken. Zij vertelden overal waar ze langskwamen over de reusachtige figuur die ze op het water hadden zien drijven. Van heinde en verre kwamen de mensen kijken naar het wereldwonder. 

"De Dikke van Pamel" werd een begrip in de streek en ver daarbuiten. Vanuit het buitenland kwamen er zelfs figuren met verleidelijke voorstellen. Aanvankelijk reageerde hij met een kwinkslag en een grap, maar naarmate de gluurders steeds meer opdringerig werden, ging hij lijden onder de ongewenste belangstelling. De vriendelijke, goedlachse jongeman werd er kregelig van en mensenschuw. De spot bleek uiteindelijk zwaarder om dragen dan het gewicht van het kolossale lichaam. Terwijl hij in omvang bleef toenemen, verschrompelde zijn morele weerstand. Gelukkig waren er Mieke en Sus die hem opvingen.

Hun goede zorgen ten spijt, zou zijn het hart het begeven op een winterse dag in 1885. Hij werd nauwelijks zesendertig jaar. Maar toch doet zijn naam anderhalve eeuw later nog altijd een belletje rinkelen. Wanneer mensen vandaag de naam 'Pamel' horen, glimlachen ze even en denken: "Ha! Ja! Het dorp van de Dikke!" Geen wonder dat hij een standbeeld kreeg aan de boord van zijn geliefde Dender...