De Gooikse cultuurraad reikt op zondag 23 oktober de cultuurparel 2022 uit aan muzikant en aquarellist Herman Dewit. Wie Herman Dewit (76) zegt, zegt eveneens Rosita Tahon (74), al meer dan vijftig jaar zijn partner én medemuzikant. Bij mijn bezoek deze week eindigde ons gesprek met de woorden “Dan heb ik twee parels in huis”, en gelijktijdig keek hij naar zijn echtgenote. Een dubbelinterview met twee Kesternaren die nog regelmatig het podium bestijgen en bij wie de muzikale vlam nog volop leeft. En het aquarelleren blijft ook aanwezig in de agenda van Herman. Binnenkort start hij een cursus in De Cam.  

Dag Herman en Rosita. De Gooikse cultuurparel is een mooie attentie voor jullie werk en betrokkenheid met de gemeente Gooik.

Herman Dewit: “Het is inderdaad altijd fijn een erkenning voor je werk te krijgen, in dit geval voor ons werk. We zijn al bezig sinds Driekoningen 1969. In 1973 verruilden we Halle voor Kester. En we zitten hier nog altijd heel goed. De betrokkenheid met Gooik begon toen we bij onze verhuis naar Kester ook de Sint-Maartensgilde mee verhuisden naar hier. Op korte tijd verdrievoudigde het aantal leden van onze groep. Vooral vanuit de jeugdbewegingen kregen we veel leiders en leidsters over de vloer om te musiceren, te zingen en te dansen.”

Zo is jullie muzikale anker definitief vast komen te zitten in Gooikse bodem. Bij het brede Gooikse en Pajotse publiek zijn jullie wellicht bekend geraakt met de Pajottenvolksfeesten.

RositaTahon: “Ik heb het nog eens opgezocht. Met de Pajottenvolksfeesten zijn we gestart in 1974, en die hebben tien jaar geduurd.”

Herman: “Dat was een vernieuwende manier van een feestweekend op te zetten, met onder meer een ambachtenmarkt. Ik heb daar nog een anekdote over. Tijdens een van de eerste edities was er een tv-ploeg van de toenmalige BRT die kwam filmen. Ik had een grote pancarte gemaakt met het refrein van een volkslied. Het was de bedoeling om de Kesternaren die uit de mis kwamen het refrein te laten meezingen en de BRT zou dat filmen. Toen de mensen buiten kwamen en ik vroeg om mee te doen, gingen ze allemaal achteruit en namen plaats tegen de kerkmuur. Ze hielden zich afzijdig. Maar de Pajottenvolksfeesten werden elk jaar wel druk bezocht.”     

Nu we het over organiseren hebben, het langstlopende evenement en misschien het meest bekende is de volksmuziekstage in Gooik.

Rosita: “Dit jaar was het de 43ste editie. Eind jaren ’80 verhuisden de stages naar Gooik verhuisd. De Gooikenaars hebben ons altijd goed ontvangen. In het rusthuis zijn de mensen opgewekt als ze de muzikanten zien aankomen. Eigenlijk zijn we verbroederd met de mensen uit het dorpscentrum. Sommigen spraken vroeger over ‘de mannen met de sandallen’, op zijn Guuëks gezegd. Soms was er bijna 24 uur per dag muziek. De laatsten waren nog niet lang gestopt als de vroege opstaanders al begonnen.”    

Herman: “In de beginjaren van de stage waren er 350 cursisten. Net voor corona groeide dat aantal naar 550. En elk jaar zijn er mensen die niet binnen geraken. Wie eens is geweest, wil terug komen. En we hebben straffe toeren gezien. Op een dag kwam Jan, een Nederlander met lang haar en een lange baard, met een van zijn andere hobby’s aandraven. Hij had ski’s op wielen mee, en daalde daarmee de Dorpsstraat af. Je kan je nogal inbeelden dat dit veel bekijks had en dat er wat werd afgelachen.”

Lees verder onder de foto.

Intussen gebruiken jullie ook de kerk tijdens de stage.

Herman: “Wel, op een dag hadden we een kerstconcert, met opnames voor radiozender Klara, in de Sint-Niklaaskerk en bij het afsluiten kwam pastoor Piet Chrispeels bij mij en zegde: “Herman, je krijgt meer volk in de kerk dan ik. Als je wil, mag je er nog concerten organiseren.” Zo zijn de stageconcerten in de kerk beland. De akoestiek is er ook zeer goed.”

Met Feestival hebben jullie Gooik ook in de kijker geplaatst.

Rosita: “Niet alleen uit Vlaanderen, maar ook uit een aantal omringende landen zakte er volk af naar Gooik. Feestival is gestart in 1995 en gestopt in 2002. We hebben getracht om ook daar vernieuwend in te zijn. Bij bier in glazen en eten met een echt bestek en op een echt bord, hadden sommigen hun twijfels. Die duurzaamheid is best wel meegevallen. Ook medewerkers vinden verliep vlot. Niet alleen volksmuzikanten en -liefhebbers, maar ook Gooikenaars staken graag een handje toe.”

De Cam heeft ook een meerwaarde door de integratie van het volksmuziekinstrumentenmuseum. Komen al de instrumenten van jullie?

Herman: “Het volksmuziekinstrumentenmuseum is inderdaad een surplus. De instrumenten die er staan, hebben wij bij mekaar gebracht. Wat ook een meerwaarde is: volksmuziek is via Gooik officieel in het kunstonderwijs opgenomen. We zijn er in Gooik mee gestart als proefproject. Nu zijn er een 25-tal academies en een conservatorium waar volksmuziek in het lessenpakket is opgenomen. Toen wij begonnen te musiceren, hebben we alles zelf moeten aanleren. Nu zijn er goede leerkrachten, waardoor het niveau bij de afstuderende muzikanten sterk is gestegen.’

Eigenlijk begon alles voor jullie met ’t Kliekske.

Herman: “Inderdaad, dat was de bewuste Driekoningen in 1969. We hebben zowat overal vertoefd. We waren vereerd in 1995 de titel van ‘Cultureel ambassadeur van Vlaanderen’ te mogen ontvangen, als eerste volksmuziekgroep van Vlaanderen. Vele honderden optredens hebben we gegeven, tot onze zeer dierbare vriend en medemuzikant Wilfried Moonen ziek werd. Ons laatste optreden was in Herent op 15 augustus 2016. Aan ’t Kliekske danken we onze grootste bekendheid.”

Lees verder onder de foto.

Als duo ‘Herman en Rosita’ staan jullie ook al vele jaren op de planken.

Rosita: “Daar zijn we ook al dertig jaar mee op de baan. Eerst was het op vraag van scholen. De eerste jaren speelden we op oude instrumenten, na een tijd zijn we recyclage-instrumenten beginnen bouwen en werd dat een deel van het programma. Eigenlijk past dit in de hedendaagse trend om spullen te gaan hergebruiken.”

Maar tussendoor is er toch nog van alles geweest…

Herman: “We hebben 35 jaar geleden de groep Trommelfluit opgericht, muziek met alleen trommelaars en fijferspelers. In 2018 traden we op in Amerika, volgend jaar keren we er terug. En dan huifkartochten: sedert begin jaren ‘90 toerden we een tiental jaar met huifkarren door de streek. Groepen kwamen eerst bij ons thuis. Ik gaf uitleg over de instrumenten en nadien trokken we op natuur- en cultuurtocht met de huifkar, of soms met vijf karren, naar Gaasbeek of naar Den Haas. Later begon die daguitstap aan het museum in De Cam. De Ros Beiaardstoet in Dendermonde heeft ons al vijf maal gevraagd en we stonden vier keer in het Sportpaleis, onder andere tijdens Nekka. Weet je, ik was zelfs twintig jaar Sinterklaas in een aantal scholen in de buurt.” (met een lachje)  

En tussendoor had je nog tijd om instrumenten te bouwen?

Herman: “Dit is iets dat we als beginnende muzikanten eveneens zelf moesten aanleren. Gelukkig was er veel uitwisseling tussen instrumentenbouwers uit meerdere landen. Zo ging ik regelmatig bij een collega-doedelzakmaker langs. Op die manier konden we allen ons werk verbeteren. Als ik iets nieuws uitprobeerde, dan deelde ik dat ook met collega’s. Soms kreeg ik de vraag of ik er geen patent zou op nemen, maar dat komt de instrumenten en de volksmuziek in zijn geheel niet ten goede. Onze branche is ook zeer klein. En instrumenten moeten constant worden verbeterd.”

Toch vond je nog tijd om te aquarelleren…

Herman: “Wanneer ben ik daarmee herbegonnen Rosita?”

Rosita: “Een jaar of twintig geleden.”

Herman: “Als we weg gaan ligt er altijd een tekenboek in de auto. Ik heb er zelfs een mee wanneer we gaan fietsen. Toen Tom Waes hier passeerde voor zijn reisprogramma, kreeg ik een massa aanvragen om cursus te volgen. Volgende maand start ik een lessenreeks in De Cam, met 16 deelnemers. Ik heb een aantal mensen moeten ontgoochelen. Wellicht kon ik drie lessenreeksen starten.”

Lees verder onder de foto.

Schreef je ooit een lied specifiek voor de regio:

Herman: “Toen de betogingen voor de A8 werden gehouden, schreef ik een lied dat we dan tijdens de betoging  brachten op een boerenkar. Voor het afsluiten van de stage in Gooik schreef ik ‘De laatste noot’. Dat is dus in Gooik in première gegaan en hebbe nwe al meermaals gespeeld. Een aantal mensen hebben het overgenomen. En we zijn al gevraagd om het als afscheidslied bij een begrafenis te gaan spelen. Dat is wel een pakkend moment.”

’t Kliekske, Herman en Rosita en het aquarelleren: ze zijn ook vastgelegd op muzikale dragers en in boekvorm.

Herman: “LP’s en cd’s, samen een kleine twintig, en boeken over muziek, instrumenten en aquarellen. Bij de heemkundige krijg kwam het boek ‘Gooik in klank en kleur’ uit, met aquarellen uit alle hoeken van de gemeente en met passende muziek.”  

Herman en Rosita staan op donderdag 10 november om 20 uur op de planken van de polyvalente zaal, Marktstraat 17 in Sint-Pieters-Kapelle (Herne) met hun programma ‘Muziek van op ‘t grof huisvuil’.

Uitgebreide statistieken

  • Aantal paginahits: 43.736.026
  • Aantal bestanden: 1.524.054
  • Ontsloten informatie: 758.178 Mbyte
  • Aantal databankvelden: 13.378.791

Zoeken

Back to Top