Artikel
Lasne
Leuven
WB
De klim in de prijzen zette zich in 1989 in Leuven in, Nijvel volgde in 1990. In Halle-Vilvoorde daarentegen lag het prijsgemiddelde in de jaren 70 reeds meer dan de helft hoger dan het nationale. In het begin van de jaren 80 zwakte de prijsspanning wat af tot nagenoeg een derde. Vanaf 1984 stegen de prijzen voor bouwgronden opnieuw sterker dan de nationale tendens. Dit resulteerde in 1992 in een gemiddelde prijs van 1.532 fr./m2, wat 93 procent duurder was dan het nationaal gemiddelde buiten Brabant.
De bloeiperiode van de transakties met bouwgronden in de provincie Brabant dateert van het jaar 1973: 12.178 tegenover 8.661 verkopingen van woonhuizen. Sedertdien brokkelde het aantal transakties stelselmatig af tot op het absolute dieptepunt in 1982: 2.916. Men kan dus spreken van een terugval tot op een kwart van het peil van 1973. Nationaal viel het aantal transakties terug tot op een derde.
Vanaf 1983 kwam de markt weer langzaam op gang om vanaf 1987 te versnellen naar het nieuwe hoogtepunt in 1989: 10.670 transakties (3,6 maal het peil van 1982). Dit betekent dat de hausse op de Brabantse bouwgrondmarkt feller woedde dan nationaal (2,5 maal het peil van 1982). Vooral in het arrondissement Nijvel kende het aantal transakties een nooit gekend hoogtepunt met 3.300 verkopingen of vijf maal meer dan in 1982. Anderzijds viel de globale bouwgrondmarkt in Brabant vanaf 1990 terug met zon 40 procent tot nog amper 6.412 transakties. Nationaal kende men een terugval met slechts 16 procent.
Interessant is ook de evolutie van het aantal verkopingen van bouwgronden tegenover de verkopingen van woonhuizen. In 1973 werden zowel in Halle-Vilvoorde, in Leuven als in Nijvel nagenoeg dubbel zoveel bouwgronden verkocht als er woonhuizen van de hand gingen. Dit overschot aan verkopingen van bouwgronden slonk sindsdien stelselmatig tot er in 1979 voor het eerst meer woonhuizen werden verkocht dan bouwgronden. Deze tendens zette zich door in de daaropvolgende jaren, zodat in 1982 de omgekeerde situatie werd bereikt van 1973. Er werden nog slechts half zoveel bouwgronden verkocht als woonhuizen.
Vanaf 1983 trad er opnieuw een kentering in, totdat in 1989 opnieuw een evenwicht werd bereikt. In 1990 en 91 zwakte de bouwgrondmarkt echter sterker af dan de markt van de woonhuizen zodat in 1991 tegenover 10 verkopingen van woonhuizen, er 7 bouwgrondtransakties stonden.
In het arrondissement Halle-Vilvoorde is de streek Galmaarden-Herne-Gooik-Pepingen het enige gebied waar het aantal verkopingen van bouwpercelen nog een vooruitgang vertoont. Men kan stellen dat in de regio de prijs per vierkante meter tussen 1988 en 1992 met twee derde is toegenomen, waarbij zich vooral de twee jongste jaren een versnelling heeft voorgedaan. Absoluut beschouwd blijven het echter lage prijzen, die gemiddeld amper 1.000 fr/m2 overstijgen in Gooik en 900 fr. in Galmaarden. Pepingen haalde bij de enkele verkopingen in 1992 gevoelig hogere prijzen (1.400 fr./m2).
In het arrondissement Nijvel vierde de bouwrage hoogtij in 1989 toen 3.221 bouwgrondpercelen van de hand gingen. Dit was 46 eenheden meer dan er woningen werden verkocht. Dit aantal is nagenoeg gehalveerd in 1991 (1.650 percelen). De prijzen blijven crescendo evolueren zij het aan een trager tempo dan de woningmarkt. Het gemiddelde van 1.011 fr./m2 wordt afgeremd door het groeiend marktaandeel van gronden in goedkopere, verder afgelegen gemeenten.
Het aantal verkopingen van bouwgronden was in Lasne en in Braine-lAlleud in 1991 tot op een derde teruggevallen in vergelijking met 1989. Na een hausse met 85 procent in 1990 tegenover 1988, blijken de prijzen in Lasne nu te stagneren rond de 1.150 fr./m2. In Braine gaat het hoofdzakelijk om percelen van minder dan 10 are die prijzen haalden van 2 tot 2,5 miljoen fr., zodat het prijsgemiddelde per vierkante meter er zeer hoog ligt (2.100 fr.) vergeleken met het arrondissementeel gemiddelde. In Lasne halen ruim de helft van de percelen een oppervlakte van meer dan 20 are, waardoor de gemiddelde prijs per perceeel oploopt tot meer dan 3 miljoen fr. in 1990-1991. In 1992 zwakt dit peil enigszins af.
In Genappe is het aantal verkopingen nagenoeg gehalveerd, terwijl het prijsgemiddelde tegenover 1988 ruim verdubbeld is (913 fr./m2 in 1991). Het betreft hoofdzakelijk percelen van 6 tot 16 are die gemiddeld prijzen halen tussen 1 en 1,25 miljoen fr. In Ottignies-Louvain-le-Neuve zijn de percelen meestal kleiner dan 12 are met prijzen van 1,3 miljoen voor loten van 6 tot 12 are, wat het hogere prijsgemiddelde (1.431 fr./m2) uitlegt. Dit prijspeil ligt drie kwart boven het peil van 1988. De tendens blijft stijgend.
Het duurdere gebied in het arrondissement Leuven is het gebied dat onmiddellijk aansluiting vindt bij Brussel. Het gaat dan om Tervuren, Kortenberg en Huldenberg. Het prijsniveau in Tervuren ligt iets onder dit van Zaventem. In 1988 bedroegen de gemiddelden respektievelijk 1.517 en 1.605 fr./m2, in 1992 is dit opgelopen tot 2.580 en 2.913 fr./m2. Opvallend hierbij is het toenemend aantal percelen van meer dan 10 are. In Kortenberg trekt het prijspeil ten opzichte van 1988 met 800 fr./m2 aan tot 1.857 fr. Het gaat voornamelijk om percelen van 6 tot 10 are die omtrent 2 miljoen fr. halen. Bertem kent prijzen van 1.347 fr./m2 en Huldenberg van 1.250 fr. De helft van de percelen is 4 tot 10 are groot.
In Leuven namen de prijzen tussen 1988 en 1992 met drie kwart toe tot gemiddeld 1.961 fr./m2. Buiten die forse klim bleven Bierbeek en Lubbeek. In Bierbeek kwam de gemiddelde prijs op 1.535 fr./m2 en in Lubbeek stagneert de prijs rond 1.060 fr.
Een aparte vermelding verdient nog de regio Keerbergen/Tremelo/Begijnendijk. De bouwgronden in Keerbergen zijn tussen 1988 en 1991 praktisch de helft duurder geworden en bereiken 966 fr./m2, wat in 1992 werd bevestigd. Een kwart van de verkopingen gaat om percelen van meer dan 30 are die gemiddeld meer dan 3 miljoen halen. In Begijnendijk lag het prijspeil op ongeveer 885 fr. Tremelo is traditioneel wat duurder en registreerde in 1992 een gemiddelde prijs van 995 fr./m2.