Artikel
Zondag wordt het nieuwe seizoen op gang geschoten in Koersel. Met Smets maar zonder Everts.
Everts: «Ik was er graag bij geweest maar we moeten nog enkele testen doen. En we konden niet langer wachten. Ik zit vanaf zaterdag enkele dagen met het team in het Spaanse Bellpuig. Wat testen en vooral veel trainen. Want ik ben rap uitgetest. Ik heb meer feeling in de wedstrijd. Dan rij je op de limiet en dan vallen de mankementen je meteen op. Bij die testsessies wordt er nogal eens iets over het hoofd gezien. Zoals vorig jaar. Tijdens de testen voor het seizoen leek alles picobello maar in de eerste GP liep het allemaal fout. Mijn machine was helemaal niet in orde. Maar ja, dat test-gedoe hoort er nu eenmaal bij.»
Smets: «Er zijn nog genoeg andere concurrenten in Koersel. Bervoets, Dewit die altijd sterk rijdt aan ´ t Fonteintje, Iven, Boonen, Theybers... ´ t Zal een eerste grote test worden.»
Hoe is jullie voorbereiding verlopen?
Everts: «Heel goed. Ik ben in januari al begin te rijden om stilaan in het ritme te komen. Daarna ben ik zoals ieder jaar met papa naar Spanje geweest. Ondanks het minder goede weer, het heeft er veel geregend, heb ik toch goed kunnen trainen. Het rijden gaat me zelfs beter af dan op hetzelfde tijdstip vorig seizoen. Ik heb veel minder last van opgepompte armen.»
Smets: «Ik bereid me de laatste vijf jaar op dezelfde manier voor. En ik lig ook nu weer goed op schema. November is mijn rustmaand en vanaf één december begin ik er opnieuw aan. Dat is mijn opwarmingsmaand. En dan komen januari-februari-maart. Dan word ik goed onder handen genomen door Yves Demeulemeester. De drie zwaarste maanden van het jaar. Tja, dat is afzien. Maar dat hoort er nu eenmaal bij. Onlangs zijn we met ons team nog een weekje naar Italië geweest. Daar heb ik heel wat met de motor gereden. Ook twee keer op het circuit in Mantova waar de eerste GP doorgaat. Dat is fijn meegenomen. Volgen mij ziet het er goed uit: de motor draait goed en conditioneel sta ik ook al sterk. Met wie train jij nu eigenlijk nu Willy Linden weg is?»
Everts: «Ik sta er nu heel alleen voor. Dat was wel vreemd in het begin maar ik heb me snel aan die nieuwe situatie aangepast. De walkman is nu mijn beste trainingsmaat. Ik lig te headbangen terwijl ik loop. Och, ik heb de laatste jaren genoeg geleerd om te weten wat ik wel en niet mag doen. Bovendien hou ik nauw contact met dokter De Bruyne. Ik ga regelmatig langs voor allerlei testen en zal zeker niets op eigen houtje ondernemen. Ik vraag altijd eerst zijn mening. Tot nu toe loopt die samenwerking perfect.»
Het wordt heel moeilijk om het succesjaar 1997 te evenaren, laat staan verbeteren?
Smets: «Tja, dat besef ik maar al te goed maar toch kan ik net als Stefan niet tevreden zijn met een tweede plaats. Maar het zal een heel moeilijke opgave worden. Darryll King reed eind vorig seizoen gewoonweg schitterend en zijn broertje Shayne mag je ook niet afschrijven. Darryll bulkt van het talent maar is niet zo´ n bijtertje als zijn broer. Hij heeft minder determination. Twee lastige klanten. En Bartolini mag ik ook niet vergeten. De Italiaan kan erg grillig voor de dag komen.»
Everts: «Hmm, de wereldtitel en negen GP-zeges... Moeilijk te evenaren. Maar toch geloof ik dat het mogelijk is. De combinatie Everts-Honda is ideaal. De motor past perfect bij mijn rijstijl en bolt als een horloge. Zo´ n goeie Zwitserse. Tja, Honda, dat was een jongensdroom. Dat merk heeft zo´ n succesvol verleden. Ik keek er vroeger echt naar op. Ik herinner me nog dat papa met Suzuki reed maar ik liep op de cross rond in een Honda-outfit. Daar hebben we dikwijls mee gelachen. Intussen heb ik al twee wereldtitels voor hen gewonnen. En ik bruis nog van de motivatie. De komst van Bolley, toch niet de minste, houdt me nog scherper want ik wil zeker niet geklopt worden door mijn ploegmaat. Ik verlang echt naar die vijfde wereldtitel. Natuurlijk moet alles meezitten. Vorig jaar heb ik geen enkele tegenslag gekend.»
Smets: «Ik heb vorig jaar ook weinig pech gehad. Al begon het seizoen desastreus in Lommel. Ik had gewoon te veel zelfvertrouwen. Ik was er heilig van overtuigd dat ik beide reeksen zou winnen. Amai, daar ben ik op mijn bek gegaan (Smets finishte zevende en vierde, nvdr). Daar heb ik onmiddellijk mijn lessen uit getrokken. Je kan niet alles winnen. Ik heb geleerd om ook tevreden te zijn met een vierde plaats. Af en toe moet je de kat uit de boom kijken.»
Everts: «Toen ik vorig jaar in de eerste GP in Spanje ´ maar´ twee keer vierde werd, was er meteen teleurstelling en kritiek. Everts kan het niet meer hoorde je meteen. Maar ik reed wel mijn beste seizoen ooit.»
Smets: «Stef zegt op voorhand dikwijls dat hij een GP gaat winnen. Dat durf ik niet. Ik denk dat alleen. Ik ben op dat vlak een beetje bijgelovig: ik spreek er nooit over.»
Everts: «Ik doe dat ook minder en minder. Vroeger kwam ik dikwijls met zo´ n uitspraken voor de dag. Maar ik ben veel rustiger geworden. Ik heb mijn lesje wel geleerd hoor. Vorig seizoen heb ik alleen in Kester aangekondigd dat ik beide reeksen zou winnen. En het is toch gelukt, dus...»
Smets: «Ik heb uit het verleden ook ondervonden dat ik beter rij als ik de lat niet te hoog leg. Natuurlijk is het mijn ambitie om opnieuw wereldkampioen te worden. Maar ik ga bijvoorbeeld niet met het idee naar Mantova om daar eventjes de beide manches te winnen. Een ezel stoot zich geen tweemaal aan dezelfde steen.»
Everts: «Naast de wereldtitel heb ik nog een ander doel vooropgesteld. Ik sta nu op de vierde plaats wat GP-zege betreft. Ik heb er 33. Geboers heeft er 37, De Coster 38. Die mannen moet ik dit jaar kunnen pakken. Alleen Joël Robert is met zijn 51 overwinningen nog ongenaakbaar. Die stap naar de tweede plaats is dit jaar haalbaar.»
Er wordt enorm veel van jullie verwacht. Begint de druk niet te zwaar te worden?
Smets: «Och, dat valt best mee. Wij moeten al seizoenen na elkaar op de tippen van onze tenen staan. Door de jaren heen leer je daar mee leven.»
Everts: «Daar sta ik boven. Als klein manneke moest ik al presteren want ik was de zoon van Harry. Ik moest me altijd bewijzen, moest altijd winnen en moest titels pakken. Ik ben zo opgegroeid. In ´ 98 is dat niet anders. Ik stap op mijn motor om punten en een wereldtitel te pakken zoals iemand anders naar het fabriek trekt om te werken.»
Jullie rijden allebei het Belgisch kampioenschap. Dat kan een leuke strijd worden?
Everts: «Voor mij is dat al een tijdje geleden. Mijn laatste BK dateert al van ´ 93 toen ik de titel bij de kwartliters pakte. Ik ga het heel serieus aanpakken. Een nieuwe titel zou mooi staan op mijn palmares.»
Smets: «Ik ben blij dat het BK opgewaardeerd wordt. Want vorig jaar stelde het niets voor. In Bergen reed ik een halve minuut voor de rest uit...»
Everts: «Zo gemakkelijk zal je de titel dit jaar niet krijgen.» (lacht)
Smets: «Maar ik ga toch alles uit mijn kas halen om mijn titel te verlengen. ´ t Is tof dat de hele Belgische top meerijdt. Bervoets, Everts, Dewit, Iven, Theybers, Smets... wat een affiche. Allemaal kleppers. Het zal een felle strijd worden. Iedereen kan punten van iedereen afsnoepen. Het moet een schitterende promotie voor onze sport worden. Want dat hebben we nodig. Het gebrek aan waardering is onlangs nog erg duidelijk geworden.»
De Sportman van het Jaar-affaire ligt jullie blijkbaar nog zwaar op de maag?
Everts: «Tja, die van 1998 is al gekend hé. Deburghgraeve...»
Smets: «Wij hebben respect voor wat Fredje presteert hoor. Dat is schitterend. Maar de media kan ik niet begrijpen. TV, radio, kranten... ze zoeken Deburghgraeve zelfs op in Australië en maken grote reportages. Wij moeten smeken op een minuut op TV te komen. Nee, er is een duidelijke wanverhouding van de aandacht voor de verschillende sporten. Zijn onze prestaties dan minderwaardig tegenover die van Van Lierde, Deburghgraeve...? Ik ben er nog altijd niet overheen. Weet je dat ik de eerste nachten erna niet goed geslapen heb. Ik ben eind deze maand uitgenodigd op een avond voor persmensen. Daar zal ik mijn zegje nog eens doen.»
Everts: «Spreek ook maar in mijn naam. Wij hebben alles gewonnen wat er te winnen viel en toch haalden we geen prijs. Dat ik tweede werd achter Van Lierde kon ik nog enigszins begrijpen. Maar dat Joël pas zesde werd en dat we niet tot Sportploeg van het Jaar werden uitgeroepen, kon ik niet begrijpen. Onze sport telt blijkbaar niet mee.»
Smets: «Vandecaveye zei achteraf ook nog dat ze veel waarde aan deze onderscheiding hechtte omdat het één van eerlijkste referenda is. Tja watte. Bij de vrouwen misschien. Bij ons was er van objectiviteit geen sprake. En bij de trainers dan. Masso werd verkozen boven Dedecker? Allez jong, dat kan toch niet.»
Everts: «Ga je nog als je wordt uitgenodigd?»
Smets: «Tuurlijk. Om nog eens van mijn oren te maken. Als je niet opdaagt doe je een schuldbekentenis.»
Everts: «Ach, we mogen nog twintig titels pakken, we worden nooit Sportman van het Jaar. Ik reken er toch niet meer op. Nu ja. Je rijdt in de eerste plaats toch voor jezelf, je team en je supporters. We zullen op een sportieve manier aantonen dat we gelijk hebben. Hé Smetske?»
Jürgen SCHROOTEN
Timing Koersel
Trainingen
09.00-09.15:Beloften
09.20-09.35:Juniores 250-500cc
09.40-09.55:Nationalen 250-500cc
10.00-10.15:Nationalen/inters 125cc
10.20-10.35:Inters 250-500cc
Wedstrijden
10.50-11.05:Beloften eerste reeks
11.15-11.30:Juniores 250-500cc eerste reeks
12.15-12.35:Nationalen 250-500cc eerste reeks
12.45-13.10:Nationalen/inters 125cc eerste reeks
13.20-13.50:Inters 250-500cc eerste reeks
14.00-14.15:Troosting
14.25-14.40:Beloften tweede reeks
15.00-15.15:Juniores 250-500cc tweede reeks
15.25-15.45:Nationalen 250-500cc tweede reeks
15.55-16.20:Nationalen/inters 125cc tweede reeks
16.30-17.00:Inters 250-500cc tweede reeks
Joël Smets en Stefan Everts: «We beseffen maar al te goed dat het moeilijk wordt om onze prestaties van 1997 te evenaren. Maar dat maakt van 1998 een heel grote uitdaging.» (Foto: Limbupress) (Fotograaf:Limbupress)