Artikel
Vlaamse folk was lange tijd op sterven na dood. In de jaren zeventig zorgden Rum en Wannes Van de Velde nog voor een enige commotie maar na hen kwam de grote leegte en leek de volksmuziek rijp voor het museum. Maar schijn bedriegt. Het grote publiek mocht de folk dan al de rug toegekeerd hebben, er bleef die harde kern die de vlam brandend hield. In de zomerstages van de Volksmuziekgilde bijvoorbeeld of tijdens Feestival 2002, het driedaagse folkfestival in Gooik. Vorig jaar was er ook het succes van Wannes Van de Veldes jubileumtournee en onlangs werd de fraaie compilatie Flemish Folk Music op de markt gegooid. Allemaal tekens aan de wand dat de Vlaamse volksmuziek nog genoeg levenskracht heeft om de volgende eeuw binnen te stappen.
Met ´ Winterfolk´ pikte nu ook de AB in op die trend. Op het programma stond een tiental groepen met oud en nieuw talent uit de folkscene. Het openingsconcert van jonge beloftes Ambrozijn zagen we aan onze neus voorbijgaan omdat Winterfolk vreemd genoeg vroeger van start ging dan aangekondigd. Dan maar begonnen met Bert, een voortreffelijk tokkelende gitarist maar helaas met de uitstraling van een dode vis. Heel wat beklijvender was het concert van Hauman & De Moeite. Volkszanger Marc Hauman leerde de stiel bij Wannes Van de Velde, komt uit Temse en laat zich in zijn teksten inspireren door de Schelde. In zijn mijmerende, nostalgische folk vielen ons vooral de schitterende teksten op, perfect omkaderd met gitaar, accordeon en dwarsfluit. Kortom, eigentijdse, mooie volksmuziek zoals die ook op de prima cd Water te horen is. Met ´ Hauman & De Moeite´ hoeft Wannes Van de Velde zich alvast geen zorgen meer te maken over de opvolging.
Met Herman & Rosita kregen we een brok muziekarcheologie voorgeschoteld. Herman & Rosita Dewit zijn noeste veldwerkers die al dertig jaar lang traditionele muziek of wat daarvan rest bijeensprokkelen. Zij hebben er een heus museum van traditionele instrumenten aan overgehouden en hielden de voorbije decennia met folkmonument ´ t Kliekske de vlam van de volksmuziek brandend. Het mocht dan al wat ouderwets en didactisch klinken, hun demonstratie van allerlei oude instrumenten en volksdeuntjes ging erin als zoete koek. Ook omdat Herman Dewit een begenadigd verteller is wiens verhaaltjes over geile graven en vuurspuwende draakjes best wel leuk waren.
Jaune Toujours bleken een stel Brusselse buskers te zijn die met trekzak, trompet en contrabas naar hartelust folk met ska, rock, muzette en allerlei ander moois vermengden. Ook Coincidence stoorde zich weinig aan grenzen tussen genres en stijlen. Met hun Waalse volksmuziek waren ze het buitenbeentje op dit folkfestival. De zeven jonge muzikanten spelen felle folk waarbij oude tradities hooguit het startpunt zijn voor eigentijdse muziek. Coincidence was daarmee een van de weinige groepen die moeiteloos een brug sloegen naar een breder publiek. Zij mochten het eerste bisnummer op Winterfolk spelen, ook al omdat ze weten hoe een feestje te bouwen op het podium. Dit in tegenstelling tot nogal wat van hun Vlaamse collega´ s op Winterfolk. Neem nu Poescafé, een verdienstelijke groep met uitstekende muzikanten die sublieme jigs en reels uit hun instrumenten toveren. Helaas ontbrak het ook hen aan uitstraling en werkte de nogal academische, oerernstige benadering als een rem op hun concert.
Over Fluxus hadden we tal van enthousiaste verhalen gehoord maar het concert van dit Gentse vijftal loste de hooggespannen verwachtingen niet echt in. Draailier, melodeon, doedelzak en schalmei werden aangevuld met djembé en sax. Het resulteerde in een originele benadering van Vlaamse folk en al klonk het allemaal wat rommelig voor het podium werd er alvast ijverig rondgedanst. Het slotconcert was in handen van Orion en die lieten opnieuw een ander facet van folk horen. Waar Fluxus stond voor jonge, vinnige volksmuziek, bracht Orion een gesofisticeerdere variant van de folk. Ook hier speelden viool en accordeon een sleutelrol maar wel aangevuld met een piano en samen goed voor sfeervolle en etherische volksmuziek. Orion zorgde voor een bijzonder mooi slotakkoord van Winterfolk, een festival dat een goede staalkaart bracht van de vele gedaantes die de Vlaamse volksmuziek kan aannemen. Grote revelaties waren er weliswaar niet maar wel werd het bewijs geleverd dat folk verre van dood is.
Chris Delarivière
Coincidence: brug naar breder publiek. (Foto Goedefroit Music)