Artikel
Motorcross
Om 1998 niet geruisloos voorbij te laten gaan, dokterde Kester voor dit jaar een unieke formule uit. Zondag staat de Kester-trofee op het programma: geen alledaagse cross, maar een interland België tegen de rest van de wereld in drie verschillende onderdelen: een gewone rit in lijn, een handicapreeks en een afvallingsreeks. Veertig piloten (20 Belgen en 20 buitenlanders) strijden zondag dus voor de Kester-trofee (totaal prijzengeld: 2 miljoen Belgische frank). De eerste opdracht is een gewone reeks van 30 minuten, plus twee ronden. Daarna volgt een handicapreeks: de aanvoerders van elke ploeg (Everts en Smets bij de Belgen, Shayne King en Giesbers bij de buitenlanders) maken een waarderangschikking op, gebaseerd op de resultaten in de Grote Prijzen dit seizoen. De 20ste Belg en de 20ste buitenlander starten samen. Vier seconden later vertrekt het volgende duo... Na dertig minuten en twee ronden wordt de wedstrijd afgevlagd. Als laatste opgave staat de piloten een afvallingsreeks te wachten. De 40 rijders starten samen en worden na één ronde afgevlagd. De laatste vijf vallen af. Dan volgt een nieuwe start met 35 piloten,... Vanaf tien rijders vallen er telkens twee deelnemers af. Uiteindelijk blijven twee piloten over die in twee ronden strijden voor de zege. Na die drie manches wordt de individuele winnaar en (door samentelling van de resultaten van de Belgen en de buitenlanders) de winnende ploeg aangeduid. Jü.S.
Joël Smets, hoog de lucht in. Hij neemt het in Kester met 19 andere Belgen op tegen de rest van de wereld. (Foto STR) (Fotograaf:STR)