Artikel
Dat Pat Delrue een echte buitenmens is, merken we bij ons bezoek. In deze frisse herfstdagen heeft hij net een klein tuinmuurtje opgemetseld. ,,Zolang het niet vriest, ben ik buiten met iets bezig, aan de woning of in de tuin´ ´ , legt hij uit. ,,Het buitenleven zit er van vroeger in. Ik was bij de scouts en mijn keuze voor een job in het leger is daarvan een verlengstuk´ ´ . Bij het leger was hij mee verantwoordelijk voor de beveiliging van de vlieginstallaties. Een deel van de opleiding behoorde tot zijn taken.
De 52-jarige Pat heeft zich na zijn ,,legerdienst´ ´ niet opgesloten. Volgens zijn echtgenote Rita waren de motor en de avontuurlijke tochten al jaren een droom. Pat richtte bijna tien jaar geleden de Oetingse Durf- en Avonturenclub (OEDAK) op, een vereniging waarin hij zich kan uitleven. ,,Elke maand organiseren we een activiteit. Dat gaat van een oriëntatietocht over een beklimming in de Ardennen of een mountainbiketocht tot een dagje watersporten´ ´ .
Eenmaal per jaar plant OEDAK een tiendaagse tocht. ,,Dat is dan wandelen of klimmen´ ´ , legt Pat uit. ,,Meestal trekken we naar het Centraal-Massief, het departement van de Hérault of de Spaanse Pyreneeën. Omdat langs de Spaanse zijde de kans op zonnig weer groter is´ ´ .
De voorbije augustusmaand ondernam Pat met een vriend de klim naar de Monte Perdido, met zijn 3.352 m de derde hoogste Spaanse Pyreneeëntop. ,,Een berg die alle facetten van het alpinisme inhoudt´ ´ , meent Pat, ,,bergwandelen, over de gletsjer trekken en een gedeelte klimmen. Augustus is de beste maand voor dergelijke tocht. Dan is de sneeuwmassa het kleinst. Met de regenkledij, stijgijzers, klimkoorden, de tent en proviand, had ik toch 23 kg op mijn rug. De tweedaagse tocht begon op 1.100 m hoogte. We overnachtten op 2.600 m. Het is onvoorstelbaar hoe mooi de sterrenhemel op die hoogte is, praktisch zonder luchtvervuiling. En je hoort enkel de natuur. De tweede dag namen we echter een verkeerd klimpad en landden op een iets lagere top. We hadden te weinig eten mee voor een bijkomende overnachting en zijn teruggekeerd´ ´ .
Timing is belangrijk in de bergen. Per dag bepalen tot welke hoogte je stapt of tot waar je daalt om de tent op te zetten. Volgens Pat is dalen moeilijker dan stijgen. Bergop is lastig voor het hart, maar bergaf met die bagage vergt veel van knieën en rug. Toch is voor zo´ n tocht geen specifieke zware voorbereiding nodig. Een basisconditie moet wel. Om die te onderhouden, stapt hij eens per week een tocht van om en bij de 25 km. Een uitstap waaraan de familie regelmatig deelneemt.
Het aantal kilometers dat Pat al liep en afstapte, kan hij niet meer bijhouden. ,,De zwaarste tochten marcheerde ik tijdens mijn legerperiode´ ´ , herinnert hij zich. ,,Driemaal de Dodentocht in Bornem, achtmaal de Vierdaagse van Vielsalm en zes keer de Vierdaagse van Nijmegen. Dat is elke dag 40 km stappen met 10 kg bagage op je rug. Een keer heb ik Nijmegen gedaan met een fietsvoorbereiding in de benen, maar dan heb ik afgezien. Lopen en fietsen geeft een andere spierontwikkeling´ ´ .
,,Dat merkte ik ook toen ik aan een kwarttriatlon bij het leger deelnam, tien jaar geleden. Ik heb twee jaar opbouwend getraind. Het was een heel positieve ervaring, maar mijn werk belemmerde me om regelmatig verder te trainen. Persoonlijk vind ik triatlon de zwaarste sport´ ´ .
Pat heeft wel een boontje voor het klimmen. ,,Bij het echte klimwerk komt naast fysiek ook techniek kijken´ ´ , weet hij. ,,Het gebruik van de touwen, het knopen leggen, het bepalen van je route. Het lijkt eenvoudig. Sommigen denken als ze eenmaal een knoop maken, dat ze kunnen klimmen. De realiteit is heel anders. Klimmen doen we regelmatig in de Hérault, een streek in Zuid-Frankrijk. Ik ken die regio van bij het leger. Een van de mooiste hoekjes uit de Gorges de l´ Hérault is het oefentraject van de brandweer van Montpellier: een afdaling van 900 meter, enkel langs koorden´ ´ .
Toch hoeft het voor Pat niet allemaal zo ver van zijn bed te gebeuren. ,,Ik geniet van mijn eigen tuin en van onze streek´ ´ , vertelt hij. ,,Zo stelde ik met mijn vrouw de voorbije zomerwandeling van Actiheem samen. We stapten vier maal het traject af. Maar we beleven ook veel plezier aan een dichtbegroeide spoorwegbedding in de Ardennen, waar je een kapmes nodig hebt om je een weg te banen. De Ardennen bieden heel wat mogelijkheden: wandelen, fietsen, klimmen en watersport. Het avontuur moet je niet zoeken aan de andere kant van de wereld, het kan best beginnen in je eigen tuin. Maar de wereld is toch iets groter. Het plezier bij het klimmen, het boven komen op een berg, het doet me wat, het geeft een kick. Als de gelegenheid zich voordoet, pak ik nog eens de Mont Blanc aan. Maar een obsessie is het niet echt.´ ´