Artikel
Directeur Leo Van den Eynde en voorzitter Roger Desmeth tronen me mee naar de Gieterijstraat in Ruisbroek en even later naar de Elst in Drogenbos. Hier realiseerde de sociale huisvestingsmaatschappij de jongste jaren projecten waar ze trots op is: een verkommerde buurt werd geherwaardeerd. Mensen uit de streek vonden een betaalbaar onderkomen.
,,1.800 wooneenheden beheren en zien dat het huurgeld regelmatig binnenkomt is het werk van heel team. De Maatschappij behoort tot de grotere van het land, maar in de regio torenen de Inter-Vilvoordse met een patrimonium van zo´ n 2.800 woningen en Providentia uit Asse met 2.300 woongelegenheden nog een stukje boven ons uit. Stil zitten doen we niet. Na de bouwstop hebben we weer plannen voor woningen in Ruisbroek: we willen de hele hoek van de Kerkstraat en de Pieter Cornelisstraat renoveren´ ´ .
,,Voorts zijn we bezig met nieuwe sociale woningen in Dilbeek en Sint-Katherina-Lombeek. Plannen zijn er ook voor sociale woningen in de Opperstraat in Liedekerke en graag zouden we ook een kleinschalig project realiseren in Lennik´ ´ , verduidelijkt voorzitter Roger Desmeth.
,,In 1922 ging de toenmalige maatschappij onder de Franstaige naam Les Logements Economiques, société anonyme à Bruxelles van start met een kapitaal van 300.000 frank. Een groep welgestelde burgers uit het Brusselse wilde aan liefdadigheid doen en de huisvesting van de mindergegoeden verbeteren. Het was de periode kort na de Eerste Wereldoorlog, toen talrijke volkswijken in Brussel werden onteigend voor de Noord-Zuid-spoorverbinding. Het werkterrein lag oorspronkelijk in de Brusselse agglomeratie maar breidde al snel uit naar Vlaams-Brabant. Al in de jaren dertig werden 38 sociale woningen gebouwd in Sint-Pieters-Leeuw´ ´ , weet Leo Van den Eynde, inmiddels bijna veertig jaar op de directeursstoel.
Na de Tweede Wereldoorlog werd nog uitsluitend in het Vlaamse gewest gebouwd en kwam er een vernederlandsing in de vennootschap. In 1976 traden de gemeenten Sint-Pieters-Leeuw, Dilbeek en Zellik officieel tot de vennootschap toe en werd de naam tweetalig. In 1981 kwamen er eentalig Nederlandse statuten en de huidige naam. Het Brussels patrimonium werd verkocht aan de maatschappij Sorelo.
De daaropvolgende jaren werden de kleinere sociale huisvestingsmaatschappijen van Ruisbroek, Drogenbos, het Pajottenland, Hoeilaart en Wezembeek-Oppem opgeslorpt. Nu bedient de Gewestelijke Maatschappij elf gemeenten: Affigem, Asse, Dilbeek, Drogenbos, Gooik, Hoeilaart, Lennik, Liedekerke, Sint-Pieters-Leeuw, Ternat en Wezembeek-Oppem.
,,Na 75 jaar blijft de sociale taak van de huisvestingsmaatschappij onveranderd: de sociaal zwakkeren kansen geven op een betaalbaar dak boven het hoofd. Toch zijn er grote verschuivingen merkbaar. Aanvankelijk had men het meer begrepen op tuinwijken met eengezinswoningen. Naarmate de gezinnen kleiner werden en het aantal alleenstaanden toenam, bouwde men woontorens. De sociale consequenties van deze woonvorm kwamen pas later aan het licht. Kinderen bleven door het buitenshuis werken van beide ouders meer en meer alleen zonder goede opvang. Het vandalisme groeide, ook in onze appartementsgebouwen, waar de noodzaak aan toezicht en inwonend personeel noodzakelijk wordt´ ´ .
Een gelukkige trend de jongste jaren is dat men afstapt van grote verkavelingen ver buiten dorpskommen en meer kleine inbreidingsprojecten uitvoert binnen de woonkernen. Het is met genoegen dat we zien dat de minister ons hiervoor ook juridische en financiële middelen in handen geeft´ ´ , aldus nog Leo Van den Eynde.
,,Een andere vaststelling is dat appartementen het steeds minder goed doen tegenover eengezinswoningen, ondanks het groeiend aantal eenoudergezinnen en alleenstaanden. Mensen worden kieskeuriger, ook op de sociale woningmarkt´ ´ .
,,Dan is er nog een ander zeer dat ons boven het hoofd hangt. De inkomensgrens voor een sociale woning is bepaald op een bruto jaarinkomen van 820.000 frank. Willen we vermijden dat onze sociale woonwijken getto´ s worden van echte kansarmen, dan moet dit worden opgetrokken. Jonge gezinnen waarvan men met twee werkt of nog maar één van de twee stempelt, vallen sowieso uit de boot. Om wijken leefbaar te maken, is er een grotere sociale mix nodig´ ´ , voegt voorzitter Roger Desmeth eraan toe.