Artikel
Angèle Manteau: ,,Barones? Noem mij maar sukkeles .´ ´ Waarom?
,,Omdat ik me nog altijd kan opwinden over literatuur.´ ´
Hoe erg is dat?
,,Erg genoeg.´ ´
We waren niet voor een rondje zelfbeklag naar Erembodegem getrokken, maar de toon van het gesprek is meteen gezet. De archief-affaire heeft Angèle Manteau meer getekend dan ze voor de televisiecamera´ s van De zevende dag liet uitschijnen. De oude krijger is gekrenkt. Alleen in de Nederlandse pers verliet ze het beleefde discours over ontoereikende overheidssubsidies en vatte ze de toestand kernachtig samen: ,,Ik leef in een onmogelijk land.´ ´
Op tafel ligt een alfabetische lijst van alle schrijvers die in het Manteau-archief vertegenwoordigd zijn. Zeg maar het namenregister van de hele naoorlogse Vlaamse literatuur, aangevuld met een uitgebreide Nederlandse delegatie. ,,Van Emmanuel de Bom, de eerste die ik heb uitgegeven, tot Oscar van den Boogaard,´ ´ zucht ze. ,,Het zijn geen brieven en documenten waarop de wereld zit te wachten, maar toch is het goed dat ze bewaard blijven. Voor onderzoekers kan een datum op een postkaartje belangrijk zijn. Vandaag nog vroeg de Nederlandse Minne-biograaf me om zeer gedetailleerde informatie over een aantal literair-historische kwesties. Dan helpt het op mijn leeftijd om een en ander te kunnen natrekken.´ ´
De afspraak was dat het gesprek niet over literaire cultuurpolitiek zou gaan, want dat heeft nog nooit iets opgeleverd. Sinds jaar en dag is het Vlaamse literaire erfgoed de overheid zo goed als niets waard, tenzij het in een van de verzuilde archieven is ondergebracht. En zelfs daar blijft het behelpen. Toch wil ze nog één reactie kwijt op de uitspraak van de Vlaamse minister-president dat ze nog een paar jaar had moeten wachten vooraleer naar Nederland te lopen.
,,Zeg nu zelf: ik ben achtentachtig ! Moet ik echt thuis zitten wachten tot een nieuwe subsidieregeling van kracht wordt? Dat vind ik zo beledigend. Ik ben gewoon uit noodzaak naar de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag gestapt. In Gooik had ik 300 m² vol boeken en documenten. Die heb ik na mij verhuizing moeten terugbrengen tot 60 m². Wat had ik als alternatief?
,,De toestand van de Vlaamse archieven schijnt een ramp te zijn. Zelf had ik alleen te maken met het AMVC: mensen van goede wil, maar het ontbreekt hen aan middelen om behoorlijk te kunnen werken. Als ik dan zie met hoeveel zorg en enthousiasme ze mijn archief in Den Haag behandelen! Alles wordt bewaard in zuurvrije kartonnen dozen; de voorwaarden voor raadpleging zijn contractueel precies omschreven. De details verraden een jarenlange ervaring in het archiveren. Zo mag een onderzoeker alleen een potlood bij zich hebben wanneer hij de documenten inkijkt. Dat zie ik in Antwerpen nog niet gebeuren. Ik vraag me ook af welke criteria hier gebruikt worden bij de aanwerving van personeel. Heb ik het mis als ik denk dat dit nog altijd op partijpolitieke basis gebeurt?´ ´
Het eerste deel van het Manteau-archief is ondergebracht in het AMVC. Het omspant de periode 1932-1971. Te beginnen bij Manteaus overname van de Brusselse vestiging van A. Stols tot haar indiensttreding als fondsverantwoordelijke bij Elsevier. Tijdens de oorlog gaf uitgeverij Manteau, onder anderen, Walschap, Boon, Daisne, Van Aken en Lampo uit. ,,Van 1932 tot 1938 heb ik alleen geïmporteerd. Pas in november 1938 zijn de eerste boeken van uitgeverij Manteau verschenen. De productietijd van een boek bedroeg toen makkelijk een jaar. Zo moet de inleiding van Maurice Gilliams bij Wrakken van De Bom al in 1936 of 1937 geschreven zijn. Alle correspondentie daaromtrent, moet in het archief zitten. Het iséé n voorbeeld, maar je snapt dat het om literair-historisch belangrijk materiaal gaat.´ ´
Tussen Manteau en het AMVC botert het al jaren niet meer. En dat is niet alleen een verhaal van vermeend onzorgvuldig archiefbeheer, maar ook van (alweer) gekrenkte trots. In 1992 verscheen haar biografie - Het eigenzinnige leven van Angèle Manteau door Greta Seghers - waar Jeroen Brouwers in een recensie ( De Morgen , 25 september 1992) geen spaander heel van liet. Niet alleen vond hij het werkstuk onvolledig en bedrieglijk, hij meende ook te weten dat het archief in Antwerpen ,,al incompleet was toen het er terechtkwam en dat in deze incompleetheid later ook nog danig is geplukt en geplunderd, onder meer met de voorbedachtheid van hiatenveroorzaking´ ´ .
Manteau was not amused en vond dat het AMVC meteen op de aantijgingen had moeten reageren. De repliek is er pas twee maanden geleden gekomen, nadat de schenking aan de Haagse KB al rond was. Noot voor de geschiedenis: het Manteau-archief zou, volgens de AMVC-directie, nog altijd even volledig zijn als toen het in Antwerpen werd bezorgd.
Met Brouwers´ opmerking dat veel materiaal nooit in het archief belandde, gaat Manteau volledig akkoord. ,,Maar dat is niet opzettelijk gebeurd, zo machiavellistisch ben ik niet. Ach, Jeroen vindt het heerlijk om prachtige lintwormen van zinnen neer te pennen. Hij laat dan alle remmen los, daar moet je een beetje begrip voor opbrengen.
,,Wat mijn archief betreft: pas de jongste jaren ben ik mijn documenten zorgvuldiger gaan behandelen. Als uitgeefster had ik daar nauwelijks de tijd voor. Hoe dan ook betreur ik mijn slordigheid. Vooral als een literatuurwetenschapper me vraagt naar brieven of andere documenten die verloren zijn gegaan.´ ´
Het archief van na 1971 dat nu in Den Haag ligt, bevat brieven van en aan schrijvers, manuscripten, foto´ s, leesrapporten, kattenbelletjes en contracten (bijvoorbeeld voor Boons De voorstad groeit ). Onder de auteurs vinden we, onder anderen, Gerard Reve, Heinrich Böll, Godfried Bomans, Adriaan Roland Holst en Hannes Meinkema, met wie Manteau van 1971 tot 1978 te maken had als Elsevier-fondsverantwoordelijke. Alles goed voor twintig ordners met telkens een vijfhonderdtal brieven, en nog een paar tientallen mappen met een meer gevarieerde inhoud. Een flink deel van het archief bestaat uit brieven van Jeroen Brouwers en Julien Weverbergh. Ook het gehakketak met Greta Seghers heeft een flink spoor getrokken. Aan curiosa heeft het archief geen gebrek.
,,Met Reve heb ik lang gecorrespondeerd. Inéé n van die brieven stuurde hij me een haarlok. Later een kroontjespen waarmee De avonden zou zijn geschreven. Ik dacht dat dit zeer bijzondere attenties waren, dat ik een uitzondering was. Onlangs kreeg ik Zelf Reve verzamelen toegestuurd, ´ op naam gedrukt voor Angèle barones Manteau´ . Een voortreffelijk boek dat elk schrijfsel uit zijn pen uitgebreid documenteert. Maar wat lees ik daar? Dat hij regelmatig haarlokken en kroontjespennen opstuurde. De dorpskapper in Frankrijk verzamelde zelfs zijn lokken. Pulling someone´ s leg , noemen de Engelsen dat. Reve geniet daarvan, want hij weet dat zijn correspondenten ijdel zijn. Zelf kan ik erom lachen, hoor. Maar dergelijke teleurstellingen heb ik wel meer gehad.´ ´
En dan is er nog de spijt om curiosa die haar net ontglipten. ,,Ik heb eens een boek uitgegeven van Paul Eluard met illustraties van René Magritte. Tijdens een zakelijk gesprek op de uitgeverij nam Magritte een vel papier waarop hij schijnbaar ongeïnteresseerd een pijp begon te tekenen. Onder mijn ogen zag ik het mondstuk in een penis veranderen. Dat deed hij wel vaker om dames te epateren. Die tekening heeft hij meegenomen, maar er blijft nog merkwaardigs genoeg over. In Nederland.´ ´
Manteaus meest persoonlijke archief, de magazijnen van haar geheugen, blijft na het biografie-debacle wellicht voorgoed op slot. ,,Spreek mij daar niet van. Het klikte niet met die regentes uit Oost-Vlaanderen. En ik heb absoluut geen ambities om er zelf aan te beginnen. Ik heb nog altijd een dagtaak aan het beantwoorden van brieven. En ik ben verslingerd op de Amerikanen. The New Yorker kan ik niet meer missen. Ja, noem me maar een snob.´ ´
Eén boek uit de erfenis wilde Manteau graag bij zich houden. Met een sleuteltje opent ze een safe waaruit een in leder gebonden exemplaar tevoorschijn komt van Herman Teirlincks Zelfportret of het galgemaal . Het gaat Manteau om de opdracht uit 1956: ,,Aan meer dan mijn uitgever, aan mijn vriend.´ ´
Of ze veel literaire vrienden heeft gehad? De vrouw die van zichzelf beweerde dat ze nooit echt van iemand heeft gehouden. ,,Ja, hoor. Boon, Walravens, Daisne, Meinkema, Herman Pieter de Boer,... Veel vrienden. Altijd gehad.´ ´