Artikel
de vrijspraak gevraagd
Wouter Hertogs
Laatste update:
“Dankbaar en opgelucht. Gerechtigheid is geschied”, zucht K. na de uitspraak. In het voorjaar van 2015 brachten zij en haar man A. hun baby N. voor het eerst naar C.D., een onthaalmoeder uit Gooik. Wat daar volgens hen gebeurd is, werd nu zes jaar later ook door de rechter bevestigd.
Op 16 juni 2015 contacteerde D. de hulpdiensten omdat N. zich in zorgwekkende toestand bevond. Het meisje had een groot deel van de voormiddag gehuild, moeilijk gegeten en leek het bewustzijn te verliezen. ‘Shaken baby syndroom´ , was vrijwel meteen de diagnose van de artsen. Een diagnose die de gerechtsdeskundigen ook volgden. Voor de ouders was het dan ook meteen duidelijk dat de onthaalmoeder in de fout was gegaan. “De wetenschappelijke literatuur is het er ook over eens dat de symptomen zich in de overgrote meerderheid zeer snel na de feiten voordoen. Het kan dus niet anders dan dat de onthaalmoeder hier in de fout is gegaan”, aldus hun advocaat Dimitri de Béco.
In sommige dossiers vloeit het bewijs voort uit de vaststelling dat niemand anders de feiten kan gepleegd hebben
Uit stoeltje
Wat er dan juist gebeurd was op die junidag is nog steeds een raadsel. De onthaalmoeder blies tijdens haar verhoren warm en koud maar gaf nooit een duidelijke uitleg. Na eerst alles ontkend te hebben, verkondigde ze drie dagen later dat N. op een bepaald moment half uit haar stoeltje hing. “Dat zal dat gedrag veroorzaakt hebben”, klonk het bij een van haar ondervragingen. Een vreemde uitleg, zeker omdat het ‘uit het stoeltje hangen´ nooit een adequate verklaring voor de verwondingen kon geweest zijn. Meer zelfs, ze verwees herhaaldelijk naar de ouders als mogelijke schuldigen. “Dat is onlogisch, want het zijn net de ouders die het gerechtelijk onderzoek en het bijkomend onderzoek hebben gevraagd”, stipt de Béco aan.
Onzeker
Het kostte de ouders bloed, zweet en tranen om het überhaupt tot een rechtszaak te laten komen. Bij gebreke aan getuigen, camerabeelden of andere bewijzen is het immers niet evident om tot een veroordeling te komen. “Maar in sommige dossiers vloeit het bewijs voort uit de vaststelling dat niemand anders de feiten kan gepleegd hebben”, pleitte de Béco ter zitting.
Mijn cliënten zijn alleszins zeer opgelucht. We hopen dan ook dat de tegenpartij het hierbij laat
Bovendien duurde het lange tijd alvorens de deskundigenverslagen afgerond waren. Pas zes jaar na de feiten moest C.D. zich verantwoorden voor de Brusselse correctionele rechtbank. En ook daar werd duidelijk dat een veroordeling zeer onzeker was. Zo vroeg het parket om de vrijspraak. “De kans is groot dat zij de feiten gepleegd heeft maar er blijft twijfel, hoe klein ook”, klonk het aan de zijde van het openbaar ministerie. Lees: schuldig zijn is één ding, het kunnen bewijzen is nog iets anders. Ook de onthaalmoeder vroeg de vrijspraak. “De verwondingen die bij het kind zijn vastgesteld, zijn niet noodzakelijk veroorzaakt door haar dooreen te schudden”, pleitte haar advocaat. “Die kunnen ook een andere oorzaak hebben. Bovendien is het ook niet noodzakelijk dat het dooreenschudden, als het heeft plaatsgevonden, zo kort voor de symptomen is gebeurd. Ik moet daarbij vaststellen dat er twee dagen voor de feiten een verjaardagsfeestje was bij de ouders thuis, dat het kind dat hele weekend zeurderig en klagerig was, dat de moeder haar die ochtend wel heel vroeg en heel snel is komen afzetten, en dat de moeder wel heel snel in het ziekenhuis stond.”
Redelijke termijn
Maandagochtend werd de onthaalmoeder schuldig bevonden. “Er is in dit dossier geen twijfel over de schuld van de beklaagde. De onthaalmoeder is de enige die de verwondingen kan veroorzaakt hebben”, klonk het resoluut in het vonnis.
Omdat de redelijke termijn overschreden was en de onthaalmoeder steeds had meegewerkt aan het onderzoek, vond de rechtbank wel dat er geen straf meer moest opgelegd worden, en dat een eenvoudige schuldigverklaring kon volstaan.
De vrouw werkt nu nog steeds als onthaalmoeder. Ze heeft een maand tijd om beroep aan te tekenen tegen haar veroordeling. “Al hopen we dat de tegenpartij het hierbij laat”, aldus de Béco. “Mijn cliënten zijn alleszins zeer opgelucht. Het was voor hen vooral onaanvaardbaar dat de beklaagde de schuld in hun schoenen wilde schuiven.”
LEES OOK: