Algemeen Nederlands
In de Terhagenstraat, waar Papenmeers- en Molenbeek samenvloeien, staat de enige watermolen van Gooik. Hij is al eeuwen oud. In papieren van 1525 is er al sprake van. In 1710 was sieur Jan-Baptist Boterdael uit Brussel de eigenaar. En Peeter van Lierden was toen "de meulder", de watermolenaar.
Rond 1900 kwam de molen in handen van Jozef Cornelis en zijn familie. In 1938 kwam er nieuw volk. Leerbekenaar Jozef Vossen was het jaar voordien getrouwd met de dochter van molenaar Cornelis. Het jonge koppel nam de molen over en moderniseerde hem. Malen gebeurde nu elektrisch. Maar het oude waterrad tegen de muur van de molen bleef behouden.
In datzelfde jaar kregen Jozef en Margriet een zoontje. Ze noemden hem Marcel. Hij was hun oogappel.
Op tien mei 1940 brak de oorlog uit.
Een jaar later, om precies te zijn op negen maart 1941, waren Jozef en Margriet 's morgens de koeien aan het melken in de stal. Hun zoontje Marcel, bijna drie, was bij hen. Nu eens liep hij bij vader, dan weer bij moeder. En na een poos dacht Jozef dat Marcelleken bij moeder was en Margriet dacht dat hij bij vader was.
Tot ze plots alle twee beseften dat hij niet meer in de stal was. Doodongerust liepen ze het erf op. De poort naar de wei stond open. Ze riepen hun jongetje, maar hij kwam niet. Margriet was om gek te worden. Jozef liep radeloos langs de beek. Enkele minuten later vond hij zijn zoontje, verdronken. Hij was met zijn voetje achter een boomwortel blijven steken en in de beek gevallen...
Margriet was ontroostbaar. Ze is gestorven in 1961.
Toen verkocht Jozef de molen en ging bij zijn broer René in Leerbeek wonen. Daar is hij later gestorven.
Sindsdien is de molen aan de buitenkant maar weinig veranderd. Maar er wordt al lang niet meer gemalen...